ECLI:NL:GHAMS:2023:1310

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 juni 2023
Publicatiedatum
6 juni 2023
Zaaknummer
200.317.060/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geldvordering in kort geding tussen Safe & Secure en DHL/AIG betreffende zoekgeraakte zendingen

In deze zaak vordert Stichting Safe & Secure in kort geding een voorschot van € 25.000 op schadevergoeding van DHL en AIG, in verband met het zoekraken van zendingen van Hong Kong naar Nederland. Safe & Secure had in november 2021 overeenkomsten gesloten met DHL voor zes zendingen, die all risk verzekerd waren bij AIG. De zendingen zijn vermist geraakt, en na aansprakelijkstelling door Safe & Secure hebben zowel DHL als AIG aansprakelijkheid afgewezen. De kantonrechter verklaarde Safe & Secure niet-ontvankelijk in haar vorderingen, wat Safe & Secure in hoger beroep aanvecht.

Tijdens de mondelinge behandeling op 25 april 2023 heeft Safe & Secure haar vorderingen toegelicht, waarbij zij stelde dat de financier van de inhoud van de zendingen druk op haar uitoefent om een lening van ruim € 2,5 miljoen terug te betalen. Safe & Secure meent dat een voorschot van € 25.000 op de derdengeldenrekening van haar advocaat de financier gerust zou stellen. Het hof oordeelt echter dat Safe & Secure onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van spoedeisend belang. Het hof concludeert dat de vorderingen van Safe & Secure niet toewijsbaar zijn en bekrachtigt het bestreden vonnis, met de afwijzing van de vorderingen in plaats van de niet-ontvankelijk verklaring.

De kosten van het geding in hoger beroep worden aan Safe & Secure opgelegd, met een totaalbedrag van € 6.891, inclusief verschotten en salaris voor de advocaten van DHL en AIG. Het arrest is uitgesproken op 6 juni 2023 door de meervoudige kamer van het Gerechtshof Amsterdam.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.317.060/01 KG
zaak-/rolnummer rechtbank Noord-Holland : 9918053\VV EXPL 22-69
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 6 juni 2023
in de zaak van
STICHTING SAFE & SECURE,
gevestigd in Amsterdam,
appellante,
advocaat: mr. T.P. Schut te Amsterdam,
tegen

1.DHL EXPRESS (NETHERLANDS) B.V.,

gevestigd in Schiphol, gemeente Haarlemmermeer,
2.
AMERICAN INTERNATIONAL GROUP (UK) LTD,
gevestigd in Londen, Verenigd Koninkrijk,
geïntimeerden,
advocaat: mr. V.R. Pool te Rotterdam.
Partijen worden hierna Safe & Secure, DHL en AIG genoemd.

1.De zaak in het kort

Safe & Secure heeft in november 2021 overeenkomsten gesloten met DHL voor zes zendingen vanuit Hongkong naar Amsterdam. Safe & Secure heeft de zendingen via DHL all risk laten verzekeren bij AIG. De zendingen zijn vermist geraakt. Safe & Secure heeft DHL verzocht schadevergoeding te betalen voor het vermist raken van de zendingen, maar DHL – en later ook AIG – heeft aansprakelijkheid van de hand gewezen. Safe & Secure vordert in dit kort geding een voorschot van € 25.000 op de gevorderde schadevergoeding. De kantonrechter heeft Safe & Secure niet-ontvankelijk verklaard. In dit hoger beroep beoordeelt het hof de vorderingen van Safe & Secure opnieuw.

2.Het geding in hoger beroep

Safe & Secure is bij dagvaarding van 25 augustus 2022 in hoger beroep gekomen van een mondelinge uitspraak van de kantonrechter in kort geding in de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem (hierna: de kantonrechter) van 29 juli 2022, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen Safe & Secure als eiseres en DHL en AIG als gedaagden (hierna: het bestreden vonnis). Bij anticipatie-exploot van 29 september 2022 hebben DHL en AIG de aangezegde roldatum vervroegd.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven, met producties;
- memorie van antwoord, met producties.
Partijen hebben de zaak tijdens de mondelinge behandeling van 25 april 2023 doen toelichten, Safe & Secure door haar advocaat en DHL en AIG door mr. R. de Haan, advocaat te Rotterdam, die dat heeft gedaan aan de hand van spreekaantekeningen waarvan exemplaren zijn overgelegd. Ten slotte is arrest gevraagd.
Safe & Secure heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en – uitvoerbaar bij voorraad – alsnog haar vordering zal toewijzen, met veroordeling van DHL en AIG in de kosten van het geding in beide instanties.
DHL en AIG hebben geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal bekrachtigen, met – uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van Safe & Secure in de kosten van het geding in hoger beroep met nakosten en rente.
Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

3.Feiten

3.1.
Safe & Secure is een stichting met volledige rechtsbevoegdheid. Haar activiteiten bestaan volgens het Handelsregister uit het bevorderen van veiligheid.
3.2.
Safe & Secure heeft met DHL overeenkomsten tot vervoer gesloten voor zes zendingen van Hong Kong naar Amsterdam. De waarde van deze zes zendingen bedraagt volgens Safe & Secure € 2.529.448,23. Safe & Secure heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid de zendingen via DHL all risk te verzekeren bij AIG.
3.3.
Rond 15 november 2021 heeft DHL het transport uitgevoerd. Uit het volgsysteem van DHL blijkt dat de zendingen rond 18 november 2021 in Amsterdam zijn aangekomen. Vervolgens zijn de zendingen zoek geraakt. Op 22 december 2021 heeft DHL het verlies officieel gemeld aan Safe & Secure.
3.4.
Op 17 januari 2022 heeft Safe & Secure DHL aansprakelijk gesteld voor de schade als gevolg van het verlies van de zes zendingen. DHL heeft aansprakelijkheid van de hand gewezen. Later heeft ook AIG uitkering geweigerd.

4.Beoordeling

4.1.
In deze kortgedingprocedure vordert Safe & Secure bij wijze van voorlopige voorziening een voorschot van € 25.000 op de schadevergoeding die DHL en AIG volgens Safe & Secure aan haar moeten betalen. De kantonrechter heeft Safe & Secure niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen – kort gezegd – in verband met het ontbreken van spoedeisend belang. Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt Safe & Secure met zes grieven op.
De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht
4.2.
Aangezien AIG in het Verenigd Koninkrijk is gevestigd, zal het hof ambtshalve beoordelen of aan de Nederlandse rechter rechtsmacht toekomt om kennis te nemen van de vorderingen van Safe & Secure ten aanzien van AIG. Dat is het geval op grond van artikel 7 lid 1 Rv. De Nederlandse rechter heeft namelijk rechtsmacht ten aanzien van DHL en tussen de vorderingen tegen DHL en de vorderingen tegen AIG bestaat zodanige samenhang dat redenen van doelmatigheid een gezamenlijke behandeling rechtvaardigen. Beide vorderingen zien immers op de aansprakelijkheid van DHL respectievelijk de gehoudenheid tot uitkering van AIG in verband met het verlies van de zendingen van Safe & Secure.
Safe & Secure heeft geen spoedeisend belang
4.3.
Bij de beantwoording van de vraag of een in kort geding gevorderde voorziening in hoger beroep voor toewijzing in aanmerking komt, moet het hof (ambtshalve) beoordelen of de eisende partij ten tijde van het arrest van het hof bij die voorziening een spoedeisend belang heeft (Hoge Raad 31 mei 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE3437). Het hof is van oordeel dat Safe & Secure geen spoedeisend belang heeft bij de voorziening die zij heeft gevorderd. Het volgende heeft het hof tot dit oordeel gebracht.
4.4.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Safe & Secure aangevoerd dat de door haar gevorderde voorziening inhoudt dat een voorschot van € 25.000 wordt gestort op de derdengeldenrekening van haar advocaat en daarop blijft staan totdat een uitspraak is gedaan in de bodemprocedure. Safe & Secure heeft dit als volgt toegelicht. Safe & Secure is met betrekking tot de inhoud van de zendingen een leningsovereenkomst aangegaan met een Iraanse financier voor een bedrag van ruim € 2,5 miljoen, althans ruim $ 2,8 miljoen (Safe & Secure noemt beide valuta). Dat bedrag moet zij terugbetalen aan de financier. De financier zet druk op Safe & Secure om dat bedrag te betalen. Dat doet de financier telefonisch en per e-mail. De financier zal evenwel gerustgesteld zijn als Safe & Secure kan laten zien dat een bedrag van € 25.000 op de derdengeldenrekening van haar advocaat staat. Daaruit blijkt namelijk dat er iets gebeurt. Zo kan Safe & Secure aantonen dat er iets aan zit te komen, aldus Safe & Secure.
4.5.
Het hof overweegt dat uit niets blijkt dat de Iraanse financier bij Safe & Secure aandringt op betaling, laat staan dat deze druk uitoefent op Safe & Secure. Safe & Secure heeft van deze stelling – die DHL en AIG gemotiveerd hebben betwist – geen enkele onderbouwing aangedragen. Dit had zij bijvoorbeeld kunnen doen door de e-mail(s) van de financier, waarover zij zegt te beschikken, in het geding te brengen, maar dat heeft zij niet gedaan. Bovendien heeft Safe & Secure – ook na specifieke vragen van het hof – niet onderbouwd dat en waarom een bedrag van € 25.000 dat op een derdengeldenrekening van de advocaat van Safe & Secure zou staan totdat in een bodemprocedure is beslist, de financier enige geruststelling zou geven ten aanzien van de terugbetaling van een lening van ruim € 2,5 miljoen, althans ruim $ 2,8 miljoen. Dit komt het hof op z'n minst genomen onlogisch en onaannemelijk voor. Daar komt bij dat Safe & Secure nog steeds geen bodemprocedure aanhangig heeft gemaakt, terwijl zij daarmee bij uitstek de financier zou kunnen laten zien dat er iets gebeurt om de verloren investering vergoed te krijgen. Van enig spoedeisend belang is het hof dan ook niet gebleken.
4.6.
De conclusie luidt dat Safe & Secure niet, althans onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorziening. Die voorziening is daarom niet toewijsbaar. De vorderingen van Safe & Secure moeten dan ook worden afgewezen. Bij een (afzonderlijke) bespreking van de grieven heeft Safe & Secure geen belang.
Slotsom
4.7.
De slotsom is dat het hoger beroep geen succes heeft. Het hof zal het bestreden vonnis bekrachtigen, met dien verstande dat het hof de vorderingen zal afwijzen in plaats van Safe & Secure niet-ontvankelijk verklaren. Omdat Safe & Secure ongelijk krijgt, zal het hof Safe & Secure veroordelen in de kosten van het geding in hoger beroep.

5.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt het bestreden vonnis, behalve voor zover Safe & Secure niet-ontvankelijk is verklaard,
en in zoverre opnieuw rechtdoende:
wijst de vorderingen van Safe & Secure af;
veroordeelt Safe & Secure in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van DHL en AIG begroot op € 2.135 aan verschotten en € 4.593 voor salaris en op € 173 voor nasalaris, te vermeerderen met € 90 voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot als betekening van dit arrest plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente als niet binnen veertien dagen na dit arrest dan wel het verschuldigd worden van de nakosten aan de kostenveroordeling is voldaan;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mr. Y. Steeg-Tijms, mr. J.W.M. Tromp en mr. J.F. Aalders en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 6 juni 2023.