ECLI:NL:GHAMS:2023:1274

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
1 juni 2023
Zaaknummer
23-001710-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens intrekking

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 24 juni 2022 was gewezen. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar tijdens de procedure heeft de raadsvrouw van de verdachte het hof per e-mail geïnformeerd dat de verdachte het hoger beroep niet wilde handhaven. Dit werd bevestigd door een akte van intrekking van 28 maart 2023. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zijn bezwaar tegen het vonnis heeft ingetrokken en dat er geen rechtens te respecteren belang is dat een nader onderzoek rechtvaardigt. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters aanwezig waren op de openbare terechtzitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001710-22
datum uitspraak: 17 mei 2023
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 24 juni 2022 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 15-116093-22, 15-024664-22, 15-041136-22, 15-046098-22, 15-081400-22 en 15-083180-22 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1973,
adres: [adres] ,

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 17 mei 2023.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot de niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep op grond van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De zaak is eerder aan de orde geweest onder andere op de zittingen van 9 augustus 2022 en 24 januari 2023. De zaak is toen zonder inhoudelijke behandeling geschorst.
Op 27 maart 2023 heeft de raadsvrouw van de verdachte het hof per e-mail bericht dat de verdachte te kennen heeft gegeven dat hij het hoger beroep niet wil handhaven. Ook volgt uit een ‘akte intrekking hoger beroep’ van 28 maart 2023 dat de verdachte het hoger beroep heeft willen intrekken. Het hof gaat er dan ook van uit dat hij het eerder tegen het vonnis opgegeven bezwaar heeft ingetrokken. Nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, zal de verdachte, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.M.H.P. Houben, mr. N.R.A. Meerbeek en mr. H. Sytema, in tegenwoordigheid van mr. M.E. de Waard, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 17 mei 2023.