In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 26 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1983, was betrokken bij een geweldsincident op 7 juni 2019 in een restaurant in Amsterdam. De tenlastelegging omvatte openlijke geweldpleging tegen een medewerker van het restaurant, waarbij de verdachte de aangever duwde, schopte en sloeg, wat resulteerde in letsel voor de aangever. De verdediging voerde aan dat de verklaring van de aangever niet betrouwbaar was en dat er geen sprake was van medeplegen of openlijk geweld. Het hof oordeelde echter dat de verklaring van de aangever betrouwbaar was en dat er wel degelijk sprake was van openlijk geweld, aangezien het geweld niet heimelijk plaatsvond en de openbare orde werd aangetast. Het hof verwierp het beroep op noodweer, omdat de verdachte de aanval had uitgelokt. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht weken, waarvan vier weken voorwaardelijk. In hoger beroep werd de straf omgezet naar een taakstraf van 120 uren, zonder voorwaardelijk deel, rekening houdend met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was gepleegd. Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding toegewezen tot een bedrag van €750,00 voor immateriële schade. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten.