Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
Geachte heer [appellant] ,
4.De klacht
klachtonderdeel 1);
klachtonderdeel 2);
klachtonderdeel 3).
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft klager, de vader van een zoon die samen met zijn partner een woning heeft gekocht, een klacht ingediend tegen een notaris. De notaris weigerde gelden van klager te accepteren voor de overdracht van de woning en deed dit via een Whatsapp-bericht aan de partner van de zoon. Klager heeft de notaris gevraagd om uitleg over haar uitlatingen, maar de notaris reageerde met een brief waarin zij klager beschuldigde van een bedenkelijke reputatie. Klager heeft vervolgens een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat, die de klacht deels gegrond verklaarde maar geen maatregel oplegde. Het hof heeft de zaak in hoger beroep behandeld en de uitlatingen van de notaris beoordeeld. Het hof oordeelde dat de notaris niet onbetamelijk heeft gehandeld en dat haar uitlatingen niet in strijd waren met de eer en waardigheid van het notarisambt. Ook werd geoordeeld dat er geen schending van de geheimhoudingsplicht was en dat klager geen belang had bij de ministerieplicht. Het hof heeft de beslissing van de kamer vernietigd voor zover deze klachtonderdeel 1 gegrond verklaarde en de notaris veroordeelde tot betaling van het griffierecht. De overige beslissingen zijn bevestigd.