ECLI:NL:GHAMS:2023:1168
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van minderjarige kinderen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van drie minderjarige kinderen, geboren uit de relatie tussen de moeder en de vader. De moeder, die in Engeland verblijft, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de kinderrechter van 2 december 2022, waarin de kinderen onder toezicht zijn gesteld van een gecertificeerde instelling en uithuisgeplaatst bij de vader. De moeder verzoekt om de kinderen bij haar terug te plaatsen, terwijl de vader en de Raad voor de Kinderbescherming de bestreden beschikking willen handhaven.
De feiten van de zaak zijn complex, met een geschiedenis van huiselijk geweld en conflicten tussen de ouders. De kinderen verblijven sinds de breuk tussen de ouders bij de vader, die de zorg voor hen op zich heeft genomen. De moeder heeft in januari 2023 hoger beroep ingesteld, en de mondelinge behandeling vond plaats op 9 maart 2023. De moeder was niet aanwezig, maar haar advocaat en vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling waren wel aanwezig.
Het hof heeft overwogen dat de gronden voor de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing ten tijde van de bestreden beschikking aanwezig waren en dat de huidige situatie van de kinderen bij de vader stabiliteit biedt. De moeder heeft zorgen geuit over de veiligheid van de kinderen bij de vader, maar het hof oordeelt dat de kinderen momenteel goed functioneren in hun huidige omgeving. De beslissing van het hof is om de bestreden beschikking te bekrachtigen, waarbij het belang van de kinderen voorop staat.