ECLI:NL:GHAMS:2023:1163
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over gebreken in woonruimte en aansprakelijkheid verhuurder
In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen [appellante] en STICHTING STADGENOOT, waarbij [appellante] een woning huurt van Stadgenoot. De kern van het geschil betreft de aanwezigheid van vocht- en schimmelplekken in de woning van [appellante]. Deze gebreken zijn door [appellante] gemeld, maar het Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat deze niet toerekenbaar zijn aan de verhuurder. De kantonrechter had eerder de vordering van [appellante] tot schadevergoeding afgewezen, omdat er geen bewijs was dat de gebreken aan Stadgenoot te wijten waren. Het hof bevestigt deze beslissing en stelt dat de verhuurder niet nalatig is geweest in het herstel van de gebreken, aangezien er geen bewijs is dat de gebreken zijn ontstaan door toedoen van de verhuurder. De vordering van [appellante] tot schadevergoeding en herstel van de gebreken wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep. Het hof bekrachtigt het eerdere vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van beide partijen in hoger beroep af.