Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.TENNOR FINANCE B.V.,
TENNOR HOLDING B.V.,
JUNO HOLDINGS LTD,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 mei 2023 uitspraak gedaan in een hoger beroep van Tennor Finance B.V. en Tennor Holding B.V. (tezamen: Tennor) tegen Juno Holdings Ltd. Tennor is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 22 december 2022 was gewezen. Tennor had een incidentele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis ingesteld, waarin de voorzieningenrechter had bepaald dat Tennor een bedrag van € 6.413.247,00 aan Juno moest betalen. Tennor stelde dat er een restitutierisico bestond, omdat Juno gevestigd is op de Kaaimaneilanden en er geen zekerheid was gesteld voor de betaling. Het hof overwoog dat de voorzieningenrechter gemotiveerd had vastgesteld dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad was verklaard en dat er geen reëel restitutierisico aan de zijde van Juno bestond. Het hof wees de incidentele vordering van Tennor tot schorsing van de tenuitvoerlegging af, omdat Tennor geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die niet al door de voorzieningenrechter waren overwogen. De beslissing over de proceskosten werd aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak, die naar de rol van 4 juli 2023 werd verwezen voor memorie van grieven aan de zijde van Tennor.