ECLI:NL:GHAMS:2023:1138

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 mei 2023
Publicatiedatum
22 mei 2023
Zaaknummer
23-003419-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake opzetheling van gereedschappen met gevangenisstraf en niet-ontvankelijkheid openbaar ministerie

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1986, was aangeklaagd voor opzetheling van verschillende gereedschappen, waaronder een schroefmachine en een PlayStation 3 controller, die hij op of omstreeks 27 september 2021 in Wormerveer had verworven. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte deze goederen kort na de diefstal in bezit had en dat de serienummers op de gestolen goederen waren weggekrast. De verdachte heeft verklaard dat hij de spullen bij het grofvuil had gevonden, maar het hof achtte deze verklaring ongeloofwaardig. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 11 weken, met aftrek van voorarrest. Tevens heeft het hof het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf, omdat deze reeds in een andere strafzaak was gelast. De beslissing is genomen na zorgvuldige overweging van de feiten en omstandigheden, waarbij de recidive van de verdachte zwaar is meegewogen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003419-21
datum uitspraak: 16 mei 2023
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 16 december 2021 in de strafzaak onder de parketnummers 15-261665-21 en 09-238705-20 (TUL) tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1986,
adres: [adres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 2 mei 2023.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 27 september 2021 te Wormerveer, gemeente Zaanstad, een schroefmachine (Makita Dhp458) en/of een een PlayStation 3 controller en/of een schroefmachine (Makita Lxt) en/of een acculader (Makita Dc18rc-S) en/of een accu (Makita 3.0ah 18V) en/of een accu (Makita 5.0 Ah 18V) een acculader (Makita Dc18rd) en/of een acculader (Viega 2487) en/of een accu (Rigid Li-Ion) en/of een handlamp (Makita Lxt) en/of een slijpmachine (Makita Dga511) en/of een multitool (Makita Lxt) en/of een boormachine (Makita Dhr243) en/of een kist (Makita Dhr243rtjw), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering (Sv).

Verzoek tot terugwijzing naar de rechtbank

De raadsman heeft bepleit dat de zaak dient te worden teruggewezen naar de rechtbank, omdat het vonnis en het proces-verbaal van de zitting in eerste aanleg niet aan de wettelijke vereisten voldoen en derhalve nietig zijn.
Voorts heeft de raadsman naar voren gebracht dat uit de aantekeningen van de zitting in eerste aanleg – waarop de verdachte niet is verschenen – blijkt dat de toenmalige raadsman van de verdachte een aanhoudingsverzoek heeft gedaan en dat de rechtbank bij het afwijzen van dit verzoek niet de
regels heeft gevolgd die gelden voor de beoordeling van dit verzoek.
De gevallen waarin het hof een zaak moet terugwijzen naar de rechtbank zijn omschreven in de artikelen 422a en 423, tweede lid, Sv. Het hof stelt vast dat de door de raadsman genoemde gebreken geen gevallen zijn waarin terugwijzing moet plaatsvinden, waarbij het hof in aanmerking heeft genomen dat de dagvaarding in eerste aanleg aan de verdachte in persoon is betekend. Voorts is het hof van oordeel dat ook de op artikel 423, tweede lid, Sv gebaseerde ‘Kernroljurisprudentie’ niet van toepassing is. Er is dan ook geen rechtsregel die dwingt tot – naast vernietiging van het vonnis – terugwijzing van de zaak naar de rechtbank. Het verzoek wordt dan ook afgewezen.

Bewijsoverweging

Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte kort na de diefstal van de in de tenlastelegging genoemde spullen van de aangever [aangever01] in het bezit is van deze spullen; de diefstal heeft plaatsgevonden in de avond/nacht van 26 op 27 september 2021 en in de middag van 27 september 2021 zijn de spullen
in de woning van de (moeder van de) verdachte aangetroffen.
De serienummers op vrijwel alle gestolen gereedschappen waren weggekrast en de op enkele gereedschappen geplaatste initialen van de aangever waren met een zwarte stift overschreven. De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij de spullen heeft bekeken en getest, wat maakt dat hij dit moet hebben gezien. Voorts werd in de tuin van de woning van de (moeder van de) verdachte een sticker met daarop een merk en/of serienummer, afkomstig van een gestolen voorwerp, aangetroffen.
Deze feiten en omstandigheden zijn redengevend voor het bewijs van de ten laste gelegde opzetheling.
De verdachte heeft verklaard dat hij de spullen in de ochtend van 27 september 2021 bij het grofvuil heeft zien staan en – zo begrijpt het hof zijn politieverklaring – deze spullen te goeder trouw heeft meegenomen. Het hof acht deze verklaring ongeloofwaardig en ook tegenstrijdig met de hiervoor vermelde inhoud van de bewijsmiddelen. Navraag van de politie bij de gemeente heeft uitgewezen dat de spullen niet als grofvuil waren aangemeld. Bovendien is niet aannemelijk dat deze spullen, die de aangever (dagelijks) gebruikte en de verdachte op 27 september 2021 via internet te koop aanbood, als grofvuil zouden zijn weggedaan.
Nu de verdachte aldus geen aannemelijke verklaring heeft gegeven met betrekking tot het voorhanden hebben van de gestolen spullen kan het naar het oordeel van het hof niet anders zijn dan dat de verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van deze spullen wist dat deze van misdrijf afkomstig waren. Het hof betrekt hierbij dat aanwijzingen ontbreken dat deze wetenschap pas is ontstaan na het voorhanden krijgen van de spullen.
Het hof acht dan ook bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 27 september 2021 te Wormerveer, gemeente Zaanstad, een schroefmachine (Makita Dhp458) en een PlayStation 3 controller en een schroefmachine (Makita Lxt) en een acculader (Makita Dc18rc-S) en een accu (Makita 3.0ah 18V) en een accu (Makita 5.0 Ah 18V) en een acculader (Makita Dc18rd) en een acculader (Viega 2487) en een accu (Rigid Li-Ion) en een handlamp (Makita Lxt) en een slijpmachine (Makita Dga511) en een multitool (Makita Lxt) en een boormachine (Makita Dhr243) en een kist (Makita Dhr243rtjw) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van deze goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn opgenomen, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden weergegeven in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
opzetheling.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur 11 weken, met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de politierechter is opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan (opzet)heling van meerdere kostbare gereedschappen. Hiermee heeft de verdachte bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen goederen. De verdachte heeft er voorts blijk van gegeven geen respect te hebben voor de eigendomsrechten van een ander. Door het helen van de gereedschappen heeft de verdachte met name de aangever getroffen, die met die gereedschappen op een legale wijze zijn geld probeert te verdienen.
Blijkens een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 19 april 2023 is hij meerdere malen onherroepelijk tot vrijheidsstraffen veroordeeld voor vermogensdelicten, is aan hem in 2017 ter zake van vermogensdelicten de ISD-maatregel opgelegd, en liep hij ten tijde van het plegen van het onderhavige feit in een proeftijd die hem is opgelegd bij een veroordeling wegens wederom vermogensdelicten. Het hof weegt deze omstandigheden sterk in het nadeel van de verdachte mee. De verdachte laat zien een hardleerse recidivist te zijn.
Het hof is van oordeel dat, alles afwegende, niet kan worden volstaan met een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.

Vordering tenuitvoerlegging

Het hof zal het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaren in de vordering tot tenuitvoerlegging van de bij het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 6 oktober 2020, met parketnummer 09-238705-20, opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand, omdat de tenuitvoerlegging van deze gevangenisstraf reeds in een andere strafzaak onherroepelijk is gelast.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
11 (elf) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 09-238705-20.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. S. Jongeling, mr. F.A. Hartsuiker en mr. R.P. den Otter, in tegenwoordigheid van mr. S.K. van Eck, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 16 mei 2023.
De griffier is buiten staat het arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]