ECLI:NL:GHAMS:2023:1114
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vernietiging ondertoezichtstelling van minderjarigen na hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De moeder van de kinderen, die de Surinaamse nationaliteit heeft, verzocht om vernietiging van de eerdere beschikking van de kinderrechter van 25 november 2022, waarin de kinderen onder toezicht waren gesteld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Regio [plaats]. De moeder stelde dat er geen noodzaak was voor de ondertoezichtstelling en dat de zorgen die door de Raad voor de Kinderbescherming waren geuit, niet gerechtvaardigd waren. Het hof heeft vastgesteld dat de kinderen in het verleden onder toezicht hebben gestaan en dat er zorgen waren over hun ontwikkeling, maar dat deze zorgen inmiddels niet meer aanwezig zijn. De GI heeft geprobeerd contact te leggen met de moeder, maar zonder succes. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 april 2023 is gebleken dat de kinderen momenteel goed functioneren op school en dat er geen ernstige ontwikkelingsbedreigingen meer zijn. Het hof heeft daarom de ondertoezichtstelling met ingang van de datum van de beschikking in hoger beroep vernietigd, maar de eerdere beschikking voor de periode tot heden bekrachtigd. De beslissing is genomen in het belang van de kinderen, waarbij het hof heeft overwogen dat de gronden voor de ondertoezichtstelling ten tijde van de bestreden beschikking aanwezig waren, maar thans niet meer.