1.1Field Goal heeft bij verzoekschrift van 18 november 2022 de Ondernemingskamer op de voet van artikel 2:447 BW verzocht VCG te bevelen:
1. Ten aanzien van III A.:
(i) de jaarrekening 2021 van VCG (hierna: de Jaarrekening 2021) op zodanige wijze aan te passen dat de relevante post(en) wordt verminderd met het totale bedrag dat gelijk is aan de winst van 2021, en deze winst apart te vermelden als alsnog ter beschikking staande aan de algemene vergadering van VCG, op grond van het ontbreken van een besluit van de algemene vergadering dat ertoe strekt de winst te bestemmen of uit te keren;
(ii) in de Jaarrekening 2021 de relevante post(en) en opmerkingen met betrekking tot de winst van 2021, als genoemd op p. 25, 26, 35, 39 en 42 van de Jaarrekening 2021, nader te verantwoorden en toe te lichten, nu onvoldoende is gebleken waarom het bestuur van VCG geen goedkeuring verleent om de winst van 2021 volgens de tussen Field Goal, VCG, Siempre Rico II B.V. (hierna: SRII) en Stichting Administratiekantoor Van Caem Klerks Group (hierna: de STAK) gemaakte afspraken uit te keren, zodat (o.a.) een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen, het resultaat, de solvabiliteit en de liquiditeit van VCG;
(iii) de Jaarrekening 2021 op zodanige wijze aan te passen en in te richten dat de aan Field Goal en SRII door VCG verstrekte leningen en/of faciliteiten in rekening-courant daarin worden opgenomen als aan Field Goal en SRII verstrekt (interim) dividend en – zo nodig – het bestuur van VCG, alsmede haar aandeelhouders op te dragen al het nodige te doen om zulks mogelijk te maken, waaronder uitdrukkelijk begrepen maar daartoe niet beperkt, het nemen van daartoe noodzakelijke besluiten; en
(iv) in de Jaarrekening 2021 de relevante post(en) en opmerkingen met betrekking tot het (interim) dividend – dat aanvankelijk werd verstrekt aan aandeelhouders als lening dan wel als faciliteit in rekening courant – nader te verantwoorden en toe te lichten, zodat (o.a.) een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen, het resultaat, de solvabiliteit en de liquiditeit van VCG.
2. Ten aanzien van III B.:
(i) de Jaarrekening 2021 op zodanige wijze aan te passen dat de relevante voorzieningen, waaronder uitdrukkelijk alle posten die betrekking hebben op bonus en SAR [Special Appreciation Rights – Ondernemingskamer], alsnog worden toegevoegd aan de winst van 2021, en deze winst apart te vermelden als alsnog ter beschikking staande aan de algemene vergadering van VCG, een ander mede op grond van het ontbreken van een besluit van de algemene vergadering om dergelijke voorzieningen aan te leggen en SAR te verstrekken; en
(ii) in de Jaarrekening 2021 de relevante (na (i) resterende) voorzieningen en SAR, nader te verantwoorden en toe te lichten, nu onvoldoende is gebleken wat de daaraan ten grondslag liggende verplichting en/of reden vormt, zodat (o.a.) een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen, het resultaat, de solvabiliteit en de liquiditeit van VCG.
3. Ten aanzien van III C.:
(i) de Jaarrekening 2021 op zodanige wijze aan te passen dat de relevante post(en) wordt verminderd met het totale bedrag dat, op grond van een redelijke verdeling van de (juridische) kosten met betrekking tot de arbitrale procedure NAI 4858, door VCG (namens SRII) te veel betaald en geboekt is; en
(ii) de redelijke verdeling van de juridische kosten tussen VCG, SRII en STAK nader te verantwoorden en toe te lichten, zodat (o.a.) een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen, het resultaat, de solvabiliteit en de liquiditeit van VCG.
Althans,
(iii) de Jaarrekening 2021 op zodanige wijze aan te passen dat aan de activa zijde een vordering op SRII wordt opgenomen gelijk aan het totale bedrag dat, op grond van een redelijke verdeling van de (juridische) kosten met betrekking tot de arbitrale procedure NAI 4858, door VCG (namens SRII) te veel betaald en geboekt is, en
(iv) de redelijke verdeling van de juridische kosten tussen VCG, SRII en STAK nader te verantwoorden, zodat (o.a.) een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen, het resultaat, de solvabiliteit en de liquiditeit van VCG.
Althans,
(v) in de Jaarrekening 2021 de kostenpost(en) met betrekking tot het totale bedrag dat, op grond van een redelijke verdeling van de (juridische) kosten met betrekking tot de arbitrale procedure NAI 4858, door VCG (namens SRII) te veel betaald en geboekt is nader te verantwoorden en toe te lichten, nu onvoldoende is gebleken waarom de huidige verdeling in het belang van VCG en de Groep is en waarom het bestuur van VCG de huidige verdeling redelijk en noodzakelijk acht.
4. Ten aanzien van III D.:
(i) de Jaarrekening 2021 op zodanige wijze aan te passen dat de relevante post(en) wordt verminderd met het totale bedrag dat op grond van de afgegeven vrijwaring door de Groep aan of ten behoeve van [A] is betaald en (nog is) verschuldigd.
Althans,
(ii) de Jaarrekening 2021 op zodanige wijze aan te passen dat aan de activa zijde een vordering op de bestuurders van VCG, inclusief ex artikel 2:11 BW, hun UBO’s in privé wordt opgenomen gelijk aan het totale bedrag dat op grond van de afgegeven vrijwaring door de Groep aan of ten behoeve van [A] is betaald en (nog is) verschuldigd; en
(iii) in de Jaarrekening 2021 de kostenpost(en) met betrekking tot het totale bedrag dat op grond van de afgegeven vrijwaring door de Groep aan of ten behoeve van [A] is betaald en (nog is) verschuldigd nader te verantwoorden, nu onvoldoende is gebleken waarom de vrijwaring in het belang van VCG of de Groep is en waarom het bestuur van VCG wel of niet persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld voor de door VCG geleden schade, zodat (o.a.) een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen, het resultaat, de solvabiliteit en de liquiditeit van VCG.
5. VCG te veroordelen in de kosten van deze procedure.