ECLI:NL:GHAMS:2023:1053

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 mei 2023
Publicatiedatum
12 mei 2023
Zaaknummer
23-002034-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor bedreiging en mishandeling van ex-vriendin met recidive

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1981, was eerder veroordeeld voor geweldsdelicten en heeft opnieuw zijn ex-vriendin bedreigd en mishandeld. De tenlastelegging omvatte onder andere het stelselmatig inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van de ex-vriendin door middel van bedreigende berichten en fysiek geweld. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de ex-vriendin gedurende een periode van enkele maanden heeft bedreigd met ernstige geweldsdelicten en haar op 19 december 2020 heeft mishandeld door haar bij de keel vast te pakken. De verdachte heeft in hoger beroep zijn onschuld geproclameerd, maar het hof heeft de eerdere veroordeling van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken. Het openbaar ministerie werd niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging voor belaging, omdat de aangeefster geen klacht had ingediend. De strafmaat is mede bepaald door de recidive van de verdachte, die eerder al voor soortgelijke feiten was veroordeeld. Het hof heeft de tenuitvoerlegging van eerder opgelegde voorwaardelijke straffen gelast, gezien de nieuwe strafbare feiten die de verdachte heeft gepleegd tijdens de proeftijd.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002034-22
datum uitspraak: 12 mei 2023
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 20 juli 2022 in de strafzaak onder de parketnummers 13-136872-21, 02-069218-18 (TUL) en 02-286177-19 (TUL) tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1981,
adres: [adres01] .
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
18 april 2023 en 12 mei 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsvrouw naar voren heeft gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:

1.hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van eind juli 2020 tot en met12 januari 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, (telkens) wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer01] , in elk geval van een ander, met het oogmerk voornoemde [slachtoffer01] , in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte, éénmaal of meermalen

  • voornoemde [slachtoffer01] (een) tekstbericht(en) gestuurd per sms en/of
  • voornoemde [slachtoffer01] (een) tekstbericht(en) gestuurd per Whatsapp en/of
  • voornoemde [slachtoffer01] gebeld en/of
  • zich opgehouden in de (directe) omgeving van (het werkadres) van voornoemde [slachtoffer01] ;

2.hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van eind juli 2020 tot en met12 januari 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer01] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door voornoemde [slachtoffer01] (telefonische of via spraakberichten en/of SMS en/of Whats-app) dreigend de woorden toe te voegen

Op of omstreeks 7 juni 2020:
  • “Nu opgerot [slachtoffer01] . Laat me je niet tegenkomen okee. Ik ga voor jouw naar de gevangenis weet dat” en/of
  • “Ik sloop je vandaag als je 1 verkeerd iets tegen me zegt” en/of
Op of omstreeks 12 oktober 2020:
  • “Ik heb geen enkel gevoel voor mijn medemens als het echt moet ben ook niet bang voor een gevangenisstraf, hou van wapens en drugs en alcohol F side ajax geloof me pop ik kan een behoorlijke kankerlijer zijn” en/of
  • “Ik spring over die toonbank met een hamer” en/of
  • “Ik sla alles kapot beloofd, ik dreig niet [slachtoffer01] ik zweer je dit, ik beloof je dit ik garandeer jouw dit mijn erewoord, ik dreig niet ik doe ik beloof je dit, als je nu liegt en morgen hoor ik andere dingen of ik lees andere dingen dan heb je wel een heel groot probleem. Ik ga je dan aanpakken midden op je werk” en/of
Op of omstreeks 13 oktober 2020:
  • “Als ik hier mijn kamer verlies heb jij een groot probleem ik steek jouw voordeur in de fik ik maak jouw helemaal kapot” en/of
  • “Jij wilt vechten voor je moeder ik vecht voor mijn vader ik sla je dood gek ik vermoord jouw letterlijk als het om mijn ouders gaat vergeet dat niet kankermongool ik vreet je kanker ingewanden” en/of
Op of omstreeks 28 november 2020:
  • “Als ik goed boos wordt dan kan zelfs mijn vader mij niet stoppen” en/of
  • “Ik ben vandaag heerlijk agressief doe maar ga maar naar je kankervriendje als ik er achter kom dan sloop ik hem ik sloop je ga naar je vriendje ik bel vanavond aan bij je moeder om te kijken of je daar bent we gaan zien ik ga andere manieren zoeken om je te controleren want jij liegt denk ik jij hebt een ander of contact met een ander” en/of
Op of omstreeks 19 december 2020 (middels tussenkomst van [naam01]):
  • “ [slachtoffer01] moet uitkijken, want ik weet waar haar moeder woont en ik weet ook waar zij woont. Ik ben al een keer op haar werk gekomen, als ik nu nog naar haar huis moet gaan, dat wordt echt probleem, man .. [naam01] leg haar uit dat ze beter met mij eerlijk kan leven..ze moet mij niet negeren, ze kan als ze het op wil lossen zonder bloed vergieten” en/of
  • “Ik heb niks meer te verliezen..als [slachtoffer01] zo door gaat, ga ik haar een wreed pak slaag geven..ik ben niet bang voor skotoe (politie), ik ben niet bang voor [slachtoffer01] , ik heb alleen iets af te handelen met [slachtoffer01] en daarna ga ik naar de gevangenis. Mijn advocaat heeft al gezegd tegen deze jongen, je gaat TBS krijgen, je bent een gevaar, je hebt vierentwintig geweldsdelicten..” en/of
  • “Ik ben voor niemand bang, ik kom alleen, oorlog maken..je hebt gezien, ik kom met mijn blote vuisten en met mijn voeten..ik kom niet met wapens, ik kom niet met vrienden” en/of
  • “ [slachtoffer01] moet uit gaan kijken, ik ben klaar met [slachtoffer01] , man. De eerst volgende keer dat ik [slachtoffer01] ga zien, ga ik haar wreed vloeren, ik ga op haar kaolo ede schoppen, ik ga haar helemaal pang pang verbouwen” en/of
  • “Maakt me niet uit waar ze is, ik ga zoeken, [plaats01] , bij dr moeder, bij haar thuis, bij maakt me niet uit, ze moet, echt uit mijn buurt blijven en niet meer liegen. En ze mag aangiftes doen wat ze wil, interesseert me niet, ik heb niksmeer te verliezen, mijn vader is dood, mijn kinderen zijn weg. Dus I don't give a fuck, wat ze wilt”,
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

3.hij op of omstreeks 19 december 2020 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer01] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer01] (met kracht) bij haar keel vast te pakken en/of vast te houden.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een (iets) andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
Het hof zal het openbaar ministerie ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde niet-ontvankelijk verklaren in de vervolging. Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Op 19 december 2020 heeft [slachtoffer01] aangifte gedaan van mishandeling en bedreiging door de verdachte. Door de aangeefster is geen klacht ingediend waaruit blijkt dat zij verzoekt dat de verdachte voor belaging wordt vervolgd. Uit het aanvullend verhoor dat daarna bij de politie heeft plaatsgevonden blijkt evenmin dat de aangeefster wil dat de verdachte voor belaging wordt vervolgd. Daarmee is niet voldaan aan het wettelijke vereiste, als genoemd in artikel 285b, tweede lid van het Wetboek van Strafrecht, dat bepaalt dat vervolging van belaging alleen plaatsvindt op klacht van degene tegen wie het misdrijf is begaan. Het openbaar ministerie is daarom niet-ontvankelijk in de vervolging ten aanzien van de onder 1 tenlastegelegde belaging.
Bewijsoverweging
De raadsvrouw heeft betoogd dat de verdachte van het onder 3 tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken, nu er geen letselverklaring is waaruit blijkt dat bij de aangeefster pijn of letsel is veroorzaakt en de aangeefster zelf ook heeft verklaard dat zij geen letsel had, zodat er onvoldoende bewijs is voor mishandeling.
Het hof overweegt als volgt.
Uit de verklaringen van zowel de aangeefster als van [naam01] is gebleken dat de verdachte de aangeefster met kracht bij de keel heeft vastgepakt en vastgehouden. Alhoewel de aangeefster aanvankelijk heeft verklaard dat zij op het moment van het bij de keel grijpen geen pijn voelde, heeft zij in haar aanvullende verklaring aangegeven dat zij enkele dagen moeite had met ademhalen en pijn aan haar keel en hals had. Nu hieruit blijkt dat de aangeefster pijn heeft ondervonden als gevolg van het handelen van de verdachte, is het hof van oordeel dat sprake is van mishandeling. Het verweer wordt verworpen.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

2.hij op tijdstippen in de periode van 12 oktober 2020 tot en met 12 januari 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer01] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door voornoemde [slachtoffer01] (telefonische of via spraakberichten en SMS en Whatsapp) dreigend de woorden toe te voegen

Op 12 oktober 2020:
  • “Ik heb geen enkel gevoel voor mijn medemens als het echt moet ben ook niet bang voor een gevangenisstraf, hou van wapens en drugs en alcohol F side ajax geloof me pop ik kan een behoorlijke kankerlijer zijn” en
  • “Ik spring over die toonbank met een hamer” en
  • “Ik sla alles kapot beloofd, ik dreig niet [slachtoffer01] ik zweer je dit, ik beloof je dit ik garandeer jouw dit mijn erewoord, ik dreig niet ik doe ik beloof je dit, als je nu liegt en morgen hoor ik andere dingen of ik lees andere dingen dan heb je wel een heel groot probleem. Ik ga je dan aanpakken midden op je werk” en
Op of omstreeks 13 oktober 2020:
  • “Als ik hier mijn kamer verlies heb jij een groot probleem ik steek jouw voordeur in de fik ik maak jouw helemaal kapot” en
  • “Jij wilt vechten voor je moeder ik vecht voor mijn vader ik sla je dood gek ik vermoord jouw letterlijk als het om mijn ouders gaat vergeet dat niet kankermongool ik vreet je kanker ingewanden” en
Op 28 november 2020:
  • “Als ik goed boos wordt dan kan zelfs mijn vader mij niet stoppen” en
  • “Ik ben vandaag heerlijk agressief doe maar ga maar naar je kankervriendje als ik er achter kom dan sloop ik hem ik sloop je ga naar je vriendje ik bel vanavond aan bij je moeder om te kijken of je daar bent we gaan zien ik ga andere manieren zoeken om je te controleren want jij liegt denk ik jij hebt een ander of contact met een ander” en
Op 19 december 2020 (middels tussenkomst van [naam01] ):
  • “ [slachtoffer01] moet uitkijken, want ik weet waar haar moeder woont en ik weet ook waar zij woont. Ik ben al een keer op haar werk gekomen, als ik nu nog naar haar huis moet gaan, dat wordt echt probleem, man .. [naam01] leg haar uit dat ze beter met mij eerlijk kan leven..ze moet mij niet negeren, ze kan als ze het op wil lossen zonder bloed vergieten” en
  • “Ik heb niks meer te verliezen..als [slachtoffer01] zo door gaat, ga ik haar een wreed pak slaag geven..ik ben niet bang voor skotoe (politie), ik ben niet bang voor [slachtoffer01] , ik heb alleen iets af te handelen met [slachtoffer01] en daarna ga ik naar de gevangenis. Mijn advocaat heeft al gezegd tegen deze jongen, je gaat TBS krijgen, je bent een gevaar, je hebt vierentwintig geweldsdelicten..” en
  • “Ik ben voor niemand bang, ik kom alleen, oorlog maken..je hebt gezien, ik kom met mijn blote vuisten en met mijn voeten..ik kom niet met wapens, ik kom niet met vrienden” en
  • “ [slachtoffer01] moet uit gaan kijken, ik ben klaar met [slachtoffer01] , man. De eerst volgende keer dat ik [slachtoffer01] ga zien, ga ik haar wreed vloeren, ik ga op haar kaolo ede schoppen, ik ga haar helemaal pang pang verbouwen” en
  • “Maakt me niet uit waar ze is, ik ga zoeken, [plaats01] , bij dr moeder, bij haar thuis, bij maakt me niet uit, ze moet, echt uit mijn buurt blijven en niet meer liegen. En ze mag aangiftes doen wat ze wil, interesseert me niet, ik heb niksmeer te verliezen, mijn vader is dood, mijn kinderen zijn weg. Dus I don't give a fuck, wat ze wilt”;

3.hij op 19 december 2020 te Amsterdam [slachtoffer01] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer01] met kracht bij haar keel vast te pakken en vast te houden.

Hetgeen onder 2 en 3 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 2 en 3 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, meermalen gepleegd.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
mishandeling.
Strafbaarheid van de verdachte
De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 2 of 3 bewezenverklaarde uitsluit.
Oplegging van straf
De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 2 en 3 bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 weken.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
De verdediging heeft verzocht de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de bedreiging van zijn ex-vriendin, door haar gedurende enkele maanden zeer bedreigende berichten te sturen. De verdachte heeft zijn ex-vriendin bovendien op haar werk opgezocht en hij heeft haar daar met kracht bij haar keel gepakt. Hierna heeft hij haar ook nog via een collega telefonisch bedreigd. De verdachte heeft aldus inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en bij haar gevoelens van angst veroorzaakt en verder aangewakkerd. Het hof rekent dit de verdachte aan.
Blijkens het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 4 april 2023 is de verdachte tweemaal eerder onherroepelijk voor geweldsdelicten veroordeeld, waaronder voor partnermishandeling. De daarvoor opgelegde straffen hebben hem er kennelijk niet van weerhouden om nogmaals soortgelijke feiten te plegen. Ten tijde van het plegen van de feiten liep de verdachte bovendien in twee proeftijden.
Gelet op het voorgaande kunnen de feiten naar het oordeel van het hof niet anders worden afgedaan dan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Een voorwaardelijke gevangenisstraf, zoals de verdediging heeft verzocht, is gezien de ernst van de feiten en de recidive een gepasseerd station. In de persoonlijke omstandigheden van de verdachte ziet het hof geen reden om tot een ander oordeel te komen.
Met de politierechter acht het hof, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van 3 weken passend en geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 57, 285 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
Vorderingen tenuitvoerlegging
02-069218-18
Het openbaar ministerie heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van de bij vonnis met parketnummer
02-069218-18 van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 1 augustus 2018 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 weken. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Gebleken is dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt. Het hof ziet geen aanleiding om van tenuitvoerlegging van de straf af te zien. Daarom zal de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.
02-286177-19
Het openbaar ministerie heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van de bij vonnis met parketnummer
02-286177-19 van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 4 juni 2020 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 weken. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
De verdediging heeft aangevoerd dat de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf al grotendeels in een andere strafzaak is tenuitvoergelegd, zodat daarvan nog maar 2 dagen open staan.
Het hof overweegt als volgt. Gebleken is dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Het hof ziet geen aanleiding om van tenuitvoerlegging van de straf af te zien. Daarom zal de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast (dit voor zover deze straf nog niet ten uitvoer is gelegd).
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart het openbaar ministerie ter zake van het onder 1 tenlastegelegde niet-ontvankelijk in de vervolging.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 en 3 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) weken.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 1 augustus 2018, parketnummer 02-069218-18, te weten:
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 4 juni 2020, parketnummer 02-286177-19, te weten:
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) weken, voor zover deze straf niet eerder ten uitvoer is gelegd.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N.E. Kwak, mr. W.S. Ludwig en mr. D.A.C. Koster, in tegenwoordigheid van
mr. C.H. Sillen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
12 mei 2023.