ECLI:NL:GHAMS:2023:1028
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van hoger beroep en vereisten voor volmacht van raadsman
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 21 oktober 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 1989 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. De advocaat-generaal vorderde dat de verdachte niet-ontvankelijk zou worden verklaard in het hoger beroep, omdat de volmacht die door de raadsman was ingediend niet voldeed aan de wettelijke eisen.
Het hof heeft vastgesteld dat de volmacht van de raadsman, die op 24 oktober 2022 was verzonden, niet de vereiste verklaring bevatte dat de verdachte instemde met het door de griffiemedewerker in ontvangst nemen van de oproeping voor de terechtzitting in hoger beroep. Dit is een belangrijke voorwaarde volgens artikel 450 van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft verder overwogen dat, hoewel de volmacht niet voldeed aan de wettelijke eisen, er onvoldoende grond was voor niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep, mits de verdachte of een gemachtigde raadsman ter terechtzitting was verschenen om dit te repareren.
Aangezien de verdachte of een gemachtigde raadsman niet ter terechtzitting was verschenen om de gebreken in de volmacht te herstellen, heeft het hof geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk moest worden verklaard in het hoger beroep. De beslissing van het hof is dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep, en dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 april 2023.