Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.VERENIGING BELANGENBEHARTIGING PARTICIPANTEN HUNGRY EYE C.V. 9,
[X] ADVOCATEN N.V.,
STICHTING BEHEER DERDENGELDEN [X] ADVOCATEN N.V.,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
DFF) gegarandeerde minimumopbrengst is niet gerealiseerd doordat hun inleg op andere wijze is besteed dan hun in het prospectus is voorgehouden, waardoor het in het vooruitzicht gestelde fiscaal voordeel door de opstelling van de fiscus niet zou worden genoten. [appellant] was in de relevante periode bestuurder en aandeelhouder van DFF. De participanten hebben DFF en haar bestuurder [appellant] aansprakelijk gesteld voor de daardoor door hen geleden schade en conservatoir beslag gelegd op het woonhuis en een bedrijfspand van [appellant] (
de onroerende zaken). In 2009 is de Vereniging bij de rechtbank Amsterdam een procedure gestart tegen DFF en [appellant] tot verhaal van de schade van haar leden. In 2015 zijn de conservatoire beslagen opgeheven tegenover gelijktijdige inschrijvingen van hypothecaire zekerheidsrechten ten gunste van de Vereniging op de onroerende zaken. Aan de Vereniging is bovendien een stil pandrecht op de huurpenningen van het bedrijfspand verleend.
het arrest), gewezen tussen [appellant] en DFF als appellanten, tevens incidenteel geïntimeerden en de Vereniging als geïntimeerde, tevens incidenteel appellante, zijn [appellant] en DFF, voor zover thans van belang, hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan de Vereniging van € 2.044.620,58, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 12 december 2001 en verminderd met diverse deelbetalingen (tot een totaal van € 1.353.938).
de Vereniging]
toekomen en niet meer worden verrekend met het op grond van het proces verschuldigde. (…) Met de eerste tranche koopt uw cliënt derhalve extra tijd. (…)”
“met referte aan uw brief d.d. 19-11-2018 huur [adres] ”.
“uw voorstel”.
tijd heeft gekocht tot en met 14 januari 2019”. Voorts wordt meegedeeld dat door betaling van € 75.000
“extra tijd kan worden gekocht tot en met 28 januari 2019”.
“deelbetaling inzake Hungry Eye CV”.Deze omschrijving was voor de advocaat van de Vereniging aanleiding om bij e-mail van 21 januari 2019 aan (de advocaat van) [appellant] te berichten:
“Genoemde betaling van € 75.000 (…) is evenwel geen deelbetaling, maar een betaling waarmee wederom extra tijd door uw cliënten is gekocht”.Tevens werd door hem aan de advocaat van [appellant] verzocht om binnen één dag het volgende te bevestigen, bij gebreke waarvan overgegaan zou worden tot parate executie en executoriale beslaglegging onder de huurders:
“Hierbij kan ik ook namens cliënten bevestigen dat uw drie punten juist zijn”.
de Betwiste Betalingen), in aftrek komen op het bedrag waartoe [appellant] in het arrest is veroordeeld. Partijen zijn uiteindelijk overeengekomen dit verschil van mening aan de rechter voor te leggen. Op 23 juli 2019 hebben partijen overeenstemming bereikt over de tekst van een escrow-overeenkomst en zekerheidstelling door storting van het in geschil zijnde bedrag van € 169.400,81 op de derdengeldenrekening van de advocaat van de Vereniging.
4.Beoordeling
“Uw cliënt koopt hiermee dus wederom tijd om alsnog het pand aan de [adres] te verkopen en wel tot en met 14 januari 2019.”De e-mail van 21 januari 2019 herhaalt dit alles nog eens ondubbelzinnig:
“Genoemde betaling van € 75.000 (…) is evenwel geen deelbetaling, maar een betaling waarmee wederom extra tijd door uw cliënten is gekocht.”Vervolgens worden in deze e-mail van 21 januari 2019 de gemaakte afspraken nog eens ondubbelzinnig en puntsgewijs weergegeven, waarna de advocaat van [appellant] op 22 januari 2019 bevestigt dat die weergave in alle punten juist is. Van belang is tot slot dat al deze correspondentie namens [appellant] door een advocaat is gevoerd. [appellant] liet zich in deze zaak bijstaan door twee ervaren advocaten die – naar de Vereniging wist – vanaf het begin van de zaak daarbij betrokken waren en die goed van de zaak op de hoogte waren. Zo deze advocaten de hiervoor genoemde correspondentie al verkeerd gelezen hebben – wat niet aannemelijk voorkomt – dan dient dat voor rekening van [appellant] te blijven. De Vereniging mocht ervan uitgaan dat de namens haar verzonden brieven, die voldoende helder waren, goed gelezen zouden worden. [appellant] omschrijft zichzelf overigens als een zakenman en vastgoedexploitant en heeft niet betwist dat hij in het zakenleven “gepokt en gemazeld” is, zodat de Vereniging ook daarom mocht veronderstellen dat genoemde brieven goed gelezen en begrepen zouden worden.