4.8.Volgens Uitvoeringsverordening (EU) 2016/934 van 8 juni 2016 wordt het volgende product onder GN-code 4911 91 00 ingedeeld:
“Omschrijving:
Een product bestaande uit de volgende onderdelen, verpakt als een assortiment:
– Een rechthoekige plaat (ongeveer 14 bij 21 cm) gemaakt van een kunststoffolie
bestaande uit twee lagen, aan de voorkant bedrukt met zwart-witte motieven. De plaat is
aan de achterkant voorzien van een zelfklevende strook. Van deze plaat kunnen zes
voorgesneden reliëfstickers worden losgemaakt (de bovenste kunststoffolie bevat het reliëf).
– Drie viltstiften met poreuze punt in verschillende kleuren. De viltstiften zijn samen verpakt in een kleine kunststof verpakking. De stickers zijn bedoeld om met de viltstiften te worden ingekleurd om vervolgens voor decoratieve doeleinden te worden gebruikt.
Motivering:
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1, 3 b) en 6 voor de interpretatie
van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 2 op afdeling VII van de gecombineerde
nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 4911 en 4911 91 90. Het product wordt
aangeboden als een assortiment opgemaakt voor de verkoop in het klein. Het ontleent zijn
wezenlijke karakter aan de stickers. Indeling onder post 3919 is uitgesloten omdat de
voorgesneden reliëfstickers niet plat zijn. Indeling onder post 3926 is uitgesloten omdat de
gedrukte illustraties een meer dan bijkomstig karakter hebben gelet op het primaire gebruik
van de goederen (zie aantekening 2 op afdeling VII). Hoofdstuk 49 omvat, behoudens
enkele uitzonderingen, al de artikelen waarvan het belang ligt in de gedrukte teksten of
illustraties, die daarop voorkomen (zie ook de GS-toelichting op hoofdstuk 49, algemene
opmerkingen, eerste alinea). Zelfklevende bedrukte stickers ontworpen om te worden
gebruikt als decoratie, vallen onder post 4911 (zie ook de GS-toelichting op post 4911, punt 10). Het product moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 4911 91 00.
De afbeelding is louter ter informatie.”
5. Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank heeft het volgende overwogen en geoordeeld.
“17. In essentie dient de rechtbank te beoordelen of de door eiseres in haar aangifte onder Taric-code 3919 90 00 99 aangegeven puffy stickers en letter stickers op dat moment juist zijn ingedeeld in de GN, dan wel of deze, zoals eiseres betoogt, hadden dienen te worden ingedeeld onder GN-code 4911 91 00.
18. In dit verband overweegt de rechtbank allereerst dat op grond van het bepaalde in artikel 116, eerste lid, onder a, van het Douanewetboek van de Unie (DWU) recht bestaat op terugbetaling van invoerrechten die teveel in rekening zijn gebracht in de zin van artikel 117, eerste lid, van het DWU, indien het bedrag dat correspondeert met de aanvankelijk meegedeelde douaneschuld het verschuldigde bedrag overschrijdt. Aangezien eiseres een beroep op deze bepaling doet, rust op haar de last aannemelijk te maken dat een te hoog bedrag aan douanerechten is betaald.
19. Voor de indeling van goederen zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de postonderverdelingen, de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken en de algemene indelingsregels. Het is vaste jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie (hierna: HvJ), dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in het algemeen moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken zijn omschreven. Hierbij vormen de GS- en de GN-toelichtingen nuttige aanwijzingen voor de tariefindeling, ook al zijn deze toelichtingen slechts uitleggingen en rechtens niet bindend (zie onder meer HvJ 26 april 2017, C-51/16 ( [bedrijf B] ), r.o. 39 en 45). De inhoud van GS- en GN-toelichtingen moet in overeenstemming zijn met de GN-bepalingen en mag de strekking daarvan niet wijzigen. Toelichtingen moeten, indien zij in strijd blijken met de tekst van de GN-posten en de aantekeningen bij de afdelingen of hoofdstukken, terzijde worden geschoven (zie onder meer HvJ 26 november 2015, C-44/15 (Duval GmbH & Co, KG.), r.o. 24).
20. Naar het oordeel van de rechtbank zijn zowel de puffy stickers, als de letter stickers niet plat. Op beide door eiseres ter zitting overgelegde vellen is op de plaats van de diverse stickers, zoals deze zich op de vellen bevinden, een duidelijke verhoging waar te nemen. Zowel op de overgelegde vellen, als bij het gebruik van de betreffende stickers, indien deze op enig oppervlak worden geplakt, is een duidelijke verhoging van de sticker ten opzichte van dat oppervlak te zien en te voelen. Dat op de stickers zelf geen hoogteverschillen zijn waar te nemen, maakt deze, anders dan verweerder betoogt, niet plat.
21. Gelet op het feit dat verweerder zich op het standpunt heeft gesteld dat de puffy stickers bedrukt zijn, welk standpunt de rechtbank onderschrijft, volgt uit hetgeen hiervoor is overwogen dat de puffy stickers dienen te worden ingedeeld onder GN-code 4911 91 00, zoals eiseres heeft aangevoerd.
22. Omdat verweerder ten aanzien van de letter stickers het standpunt heeft ingenomen dat deze niet bedrukt zijn en daardoor niet voor indeling onder GS-post 4911 in aanmerking komen, dient de rechtbank tevens te beoordelen of sprake is van drukwerk in de zin van GS-post 4911. Partijen hebben op de zitting desgevraagd bevestigd dat het overgelegde vel letter stickers in ieder geval ‘drukwerk’ bevat, voor zover daarop stickers zijn waar te nemen waarop een patroontje in grijs en wit is te zien op de woorden ‘
beautiful’ en ‘
Love’ en op in ieder geval vier relatief kleine stickers, waarop het patroon van een bloem of een ander patroon is te herkennen. Verweerder heeft zich echter op het standpunt gesteld dat dit stickervel niet representatief is voor de vellen, waarop de aangifte betrekking heeft. Omdat de bewijslast in deze rust op eiseres, dient aan deze constatering ter zitting dan ook voorbij te worden gegaan, aldus verweerder.
De rechtbank volgt verweerder in dit standpunt niet en overweegt daartoe als volgt. Uit de stellingen van partijen ter zitting blijkt dat de vellen met letter stickers niet alleen in zwart, wit en grijs waren uitgevoerd, zoals het ter zitting overgelegde exemplaar, maar dat er ook sprake was van vellen met letters in verschillende kleuren. Naar het oordeel van de rechtbank is derhalve sprake van drukwerk in de zin van post 4911, nu de aanwezigheid van kleuren op de letters, zonder nadere toelichting die ontbreekt, niet goed mogelijk is zonder drukwerk. Zelfs indien derhalve het ter zitting overgelegde vel letter stickers, waarop ook in de visie van verweerder in ieder geval gedeeltelijk drukwerk aanwezig was, niet geacht kan worden representatief te zijn voor alle vellen, waarop de aangifte van eiseres betrekking had, dan nog dient aan de hand van het feit dat vaststaat dat de letter stickers in verschillende kleuren waren uitgevoerd te worden geoordeeld dat sprake is van drukwerk. De rechtbank ziet in de tekst van GS-post 4911 geen aanknopingspunten voor het standpunt van verweerder dat de term ‘drukwerk’ impliceert dat een patroon waarneembaar moet zijn. In de letterlijke bewoordingen van de post ziet de rechtbank zelfs een aanwijzing van het tegenovergestelde, omdat daarin is opgenomen dat de post betrekking heeft op ‘drukwerk’, onder welk begrip tevens ‘prenten, gravures en foto’s’ dienen te worden begrepen. Aldus is expliciet bepaald dat afbeeldingen dienen te worden begrepen onder het begrip drukwerk, hetgeen doet veronderstellen dat de term zelf daar niet reeds betrekking op heeft.
23. Gelet op het hiervoor overwogene zal het beroep gegrond worden verklaard en dient de uitspraak op bezwaar van 5 juli 2019, alsmede de afwijzende beslissing van
17 januari 2019 op het verzoek tot terugbetaling te worden vernietigd. Omdat eiseres niet heeft gesteld en toegelicht welk bedrag zij nog terug wenst te ontvangen, maar wel haar beroep heeft beperkt tot de puffy stickers en de letter stickers, zal de rechtbank verweerder opdragen met inachtneming van deze uitspraak een nieuwe beslissing te nemen.”