Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant sub 1] ,
[appellante sub 2],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een geschil tussen twee taxichauffeurs, waarbij de appellant (neef) een geldlening van € 45.000,- heeft ontvangen van zijn oom. De appellant en zijn vrouw hebben in hoger beroep gesteld dat de neef het geleende bedrag niet volledig heeft terugbetaald. De rechtbank heeft in een eerder vonnis geoordeeld dat de neef in totaal € 37.123,- heeft terugbetaald, maar de appellanten betwisten dit en stellen dat er nog een bedrag van € 6.000,- openstaat. De rechtbank heeft de vordering van de appellanten afgewezen, omdat zij onvoldoende bewijs hebben geleverd voor hun stellingen. Het hof heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de appellanten niet in hun bewijs zijn geslaagd. Het hof heeft de eerdere vonnissen van de rechtbank bekrachtigd en de appellanten veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.