ECLI:NL:GHAMS:2022:752

Uitspraak

beschikking

___________________________________________________________________

GERECHTSHOF AMSTERDAM

ONDERNEMINGSKAMER

zaaknummer: 200.283.450/01 OK

beschikking van de Ondernemingskamer van 14 maart 2022

inzake

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

DE NEGENTIENDE HOLE B.V.,

gevestigd te Poortugaal,

VERZOEKSTER,

advocaat:
mr. M. Breur, kantoorhoudende te Den Haag,

t e g e n

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

GOLFCENTER HOLDING B.V.,

gevestigd te Hendrik Ido Ambacht,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

RHOON GOLFCENTER B.V.,

gevestigd te Albrandswaard,

3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

GOLF & FASHION RHOON B.V.,

gevestigd te Rhoon,

4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

DE RHOONSE B.V.,

gevestigd te Rhoon,

VERWEERSTERS,

advocaat: voorheen
mr. J.P.M. Borsboom, kantoorhoudende te Rotterdam, thans
mr. A.Y. te Kiefte, kantoorhoudende te Den Haag,

e n t e g e n

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

GB GOLFEXPLOITATIES B.V.,

gevestigd te Hendrik Ido Ambacht,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[A],

gevestigd te [....] ,

3.
[B],

wonende te [....] ,

BELANGHEBBENDEN,

advocaat:
mr. J.P.M. Borsboom, kantoorhoudende te Rotterdam.

Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:

verzoekster als De Negentiende Hole;
verweersters 1, 2 en 3 afzonderlijk als Golfcenter Holding, Rhoon Golfcenter en Golf & Fashion en gezamenlijk als Golfcenter Holding c.s.;
verweerster 4 als De Rhoonse;
belanghebbende 1 als GB Golfexploitaties;
belanghebbende 2 als [A] ;
belanghebbende 3 als [B] ;
belanghebbenden 1, 2 en 3 gezamenlijk als GB Golfexploitaties c.s.

1.Het verloop van het geding

1.1

Voor het eerdere verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 2 en 4 november 2021 in deze zaak.

1.2

Bij de beschikking van 2 november 2021 heeft de Ondernemingskamer

een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Golfcenter Holding c.s. over de periode vanaf 2012, zoals omschreven in rechtsoverweging 3.13 van die beschikking;
een nader door de Ondernemingskamer aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd om het onderzoek te verrichten, doch de aanwijzing van een onderzoeker voorlopig aangehouden;
bepaald dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Golfcenter Holding c.s. en dat zij voor de betaling daarvan ten genoegen van de onderzoeker voor het begin van zijn/haar werkzaamheden zekerheid moeten stellen.

Bij de beschikkingen van 2 en 4 november 2021 heeft de Ondernemingskamer (tevens) bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van de procedure – voor zover nodig in afwijking van de statuten –

mr. B.J. Tideman te Den Haag (hierna: Tideman) benoemd tot bestuurder van Golfcenter Holding met doorslaggevende stem en met de bevoegdheid deze vennootschap zelfstandig te vertegenwoordigen en bepaald dat zonder deze bestuurder Golfcenter Holding niet vertegenwoordigd kan worden;
bepaald dat één aandeel van De Negentiende Hole en één aandeel van GB Golfexploitaties in Golfcenter Holding ten titel van beheer zijn overgedragen aan mr. E.L.A. van Emden te Utrecht (hierna: Van Emden);
bepaald dat het salaris en de kosten van Tideman en Van Emden voor rekening komen van Golfcenter Holding c.s.

1.3

Mr. Breur heeft bij brief van 22 februari 2022 namens zijn cliënte de Ondernemingskamer verzocht alsnog een onderzoeker aan te wijzen. De Ondernemingskamer is daarbij tevens verzocht

i) Tideman en Van Emden te vragen, vanwege de kosten, hun werkzaamheden te beperken tot het hoogstnoodzakelijke, en verslag te doen van de tot op heden gemaakte kosten, en
ii) te bepalen dat, als de liquide middelen van Golfcenter Holding c.s. onvoldoende zijn om de kosten van de onderzoeker te betalen, De Negentiende Hole en GB Golfexploitaties in gelijke mate in die liquide middelen zullen moeten (doen) voorzien.

1.4

De Ondernemingskamer heeft, nadat zij daartoe in de gelegenheid waren gesteld, uitlatingen op het in 1.3 genoemde verzoek ontvangen van

Tideman, mede namens Van Emden, op 25 februari 2022 en
mr. Borsboom namens zijn cliënten op 1 maart 2022.

Voor zover nodig zal de Ondernemingskamer hieronder op deze uitlatingen ingaan.

2.De gronden van de beslissing

2.1

De Ondernemingskamer zal thans de hierna te vermelden persoon aanwijzen als onderzoeker, nu bij de beschikking van 2 november 2021 een onderzoek is bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Golfcenter Holding c.s. en De Negentiende Hole om aanwijzing van de onderzoeker heeft verzocht, waartegen door Tideman, Van Emden en GB Golfexploitaties c.s. geen bezwaar is gemaakt.

2.2

De vaststelling van het onderzoeksbudget is bij de beschikking van 2 november 2021 aangehouden. Conform die beschikking zal de aan te wijzen onderzoeker worden verzocht binnen zes weken een plan van aanpak en een begroting van de kosten van het onderzoek te maken en deze aan de Ondernemingskamer toe te sturen. De Ondernemingskamer zal partijen in de gelegenheid stellen zich uit te laten over die begroting en vervolgens het onderzoeksbudget vaststellen.

2.3

Bij de beschikking van 2 november 2021 heeft de Ondernemingskamer al beslist dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Golfcenter Holding c.s. Volgens Tideman staat de liquiditeitspositie van Golfcenter Holding c.s. onder druk; op dit moment zijn er onvoldoende middelen beschikbaar om de onderzoeker te betalen en niet valt te overzien of daarin in de toekomst verandering komt. Hierin ziet de Ondernemingskamer geen aanleiding om, zoals door De Negentiende Hole is verzocht, (alsnog) te bepalen dat De Negentiende Hole en GB Golfexploitaties in gelijke mate in de kosten van het onderzoek zullen moeten (doen) voorzien. Voor het geval Golfcenter Holding c.s. niet in staat is de kosten van het onderzoek te voldoen, ligt het voor de hand dat De Negentiende Hole, die om het bevolen onderzoek heeft verzocht, een voorschot voor deze kosten betaalt. Tideman heeft er nog op gewezen dat
“[d]e liquiditeitspositie (…) sterk[zou]
kunnen verbeteren als Golfhuis de Nieuwe Polder B.V. (een dochtervennootschap van De Negentiende Hole B.V.) haar achterstand in betaling van huur en servicekosten zou inlossen. Hiermee gaat namelijk een aanzienlijk bedrag gemoeid.” Het bestaan van deze huurachterstand was door de Ondernemingskamer reeds geconstateerd bij haar beschikking van 2 november 2021 (zie 2.14). Aflossing van deze schuld leidt er waarschijnlijk toe dat Golfcenter Holding c.s. zelf het onderzoek zullen kunnen betalen.

2.4

De Ondernemingskamer ziet evenmin aanleiding Tideman en Van Emden te vragen hun werkzaamheden te beperken tot het hoogstnoodzakelijke. De door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder en beheerder van aandelen dienen hun werkzaamheden zelfstandig en naar eigen inzicht te verrichten. Het verzoek van De Negentiende Hole om Tideman en Van Emden een aanwijzing te geven, is overigens slechts gedaan uit oogpunt van kostenbesparing; er is geen enkel (concreet) bezwaar over hun optreden aan ten grondslag gelegd. Des te minder is het geven van de verzochte aanwijzing op zijn plaats. Tideman heeft nog gemeld dat hij en Van Emden van plan zijn om binnenkort een aandeelhoudersvergadering te beleggen, teneinde de jaarrekening(en) vast te stellen, en dat zij vooruitlopend daarop een overzicht van de door hen verrichte werkzaamheden en de daaraan verbonden kosten zullen verstrekken, zodat De Negentiende Hole en GB Golfexploitaties zicht kunnen houden op de kosten. Hiermee is het verzoek van De Negentiende Hole Tideman en Van Emden verslag te laten doen van de tot op heden gemaakte kosten, voldoende ondervangen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:

wijst aan als onderzoeker zoals bedoeld in de beschikking van 2 november 2021 in deze zaak: A.H.M. de Groot te Den Haag;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;

wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.

Deze beschikking is gegeven door mr. C.C. Meijer, voorzitter, mr. M.M.M. Tillema en mr. A.W.H. Vink, raadsheren, en prof. dr. M.N. Hoogendoorn RA en mr. D. Koopmans, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. A.W.H. Vink op 14 maart 2022.