Uitspraak
Onderzoek van de zaak
16 februari 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Vonnis waarvan beroep
Bewijsmiddelen
41-46).
26 augustus 2017 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
verdachte [medeverdachte 1]:
vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] (doorgenummerde pagina’s
146-148).
17 december 2019 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
getuige [medeverdachte 2]:
vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] (doorgenummerde pagina’s
1-6).
mededeling van verbalisant:
)
garant stond voor [naam] .
Oplegging van straf
2 jaren.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis.
90 (negentig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
45 (vijfenveertig) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
mr. N.M. Simons, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
2 maart 2022.