Uitspraak
1.Het beklag
2.Het verslag van de advocaat-generaal
3.De voorhanden stukken
4.De behandeling in raadkamer
De beoordeling van het beklag
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 maart 2022 uitspraak gedaan in een beklagprocedure die was ingediend door klaagster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde. Het beklag richtte zich tegen de beslissing van de officier van justitie om geen strafvervolging in te stellen tegen een onbekende dader voor de schending van het ambtsgeheim. Het hof ontving het klaagschrift op 13 juli 2021, en de advocaat-generaal adviseerde op 11 oktober 2021 om het beklag af te wijzen.
De zaak betreft een raadsvergadering van de gemeenteraad van Alkmaar op 15 april 2021, waarin de benoeming van een nieuwe burgemeester werd besproken. Tijdens deze besloten vergadering werd benadrukt dat de besproken informatie geheim was. Echter, kort na de vergadering werd informatie over de benoeming gepubliceerd op een website, wat leidde tot de beschuldiging van schending van het ambtsgeheim. Het hof heeft de omstandigheden van de vergadering en de mogelijke lekken van informatie onderzocht.
Na beoordeling van de beschikbare informatie concludeerde het hof dat er onvoldoende bewijs was voor een strafbaar feit. De kans dat een nader onderzoek zou leiden tot een bewijsbare strafzaak werd als klein ingeschat. Het hof oordeelde dat de mogelijke schending van het ambtsgeheim niet de inzet van de Rijksrecherche rechtvaardigde, gezien de beperkte schade en het feit dat de naam van de nieuwe burgemeester slechts elf minuten later openbaar werd gemaakt. Het hof wees het beklag af, met de conclusie dat er geen reden was voor vervolging.