Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
stoornis in het gebruik van cocaïne, ernstig (in vroege remissie), psychotische stoornis, bij de onderliggende neurocognitieve stoornis als gevolg van langdurig cocaïne gebruik dan wel in het kader van een schizofreniespectrumstoornis (met dit onderdeel van de diagnose is de moeder het niet eens
) en ongespecificeerde neurocognitieve stoornis door somatische aandoening”. Op 2 december 2021 is een zorgmachtiging voor voortgezette opname van de moeder verleend. Tijdens de opname was nog onbekend of het kind een verhoogde zorgbehoefte zou hebben, omdat cocaïnegebruik kan leiden tot een groeiachterstand en een hersenbeschadiging bij de ongeboren baby. De GI heeft tijdens de zitting in hoger beroep toegelicht dat, hoewel plaatsing in een moeder-kindhuis bij verslavingsproblematiek mogelijk kan zijn, de problematiek van de moeder hiervoor te complex is. Naast verslavingsproblematiek en psychiatrische problemen kampt de moeder ook met geheugenproblemen als gevolg van TIA’s. De moeder heeft in maart 2022 een intake voor begeleid wonen, maar deze kan niet de noodzakelijke en passende begeleiding bieden voor moeder en baby.
6.De beslissing
het nog ongeboren kind [minderjarige]”, vanaf [datum 1] 2022 gelezen dient te worden: