ECLI:NL:GHAMS:2022:673

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 maart 2022
Publicatiedatum
4 maart 2022
Zaaknummer
23-001416-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in de zaak van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet

Op 1 maart 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam, gewezen op 30 juni 2020. De zaak betreft de verdachte, geboren in 2000, die op 25 mei 2020 in Rotterdam opzettelijk heeft gehandeld in strijd met het verbod zoals gesteld in artikel 2 onder C van de Opiumwet. De verdachte was op het moment van de uitspraak gedetineerd in het detentiecentrum Rotterdam. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren en 40 dagen hechtenis. Tevens is bepaald dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde taakstraf, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per dag voorarrest, voor zover deze tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 10-140841-20
parketnummer hoger beroep : 23-001416-21
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Den Haag, zitting houdend te Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 1 maart 2022 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van
30 juni 2020 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats]
adres: [adres],
thans uit anderen hoofde gedetineerd te detentiecentrum Rotterdam te Rotterdam.

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
gepleegd
op 25 mei 2020 te Rotterdam.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 9, 22c, 22d en 63 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gewezen door mr. F.A. Hartsuiker, in bijzijn van mr. C. Roseboom, griffier.
mr. F.A. Hartsuiker