Uitspraak
mr. S.W. van den Bergen
mr. J.J. van Hees, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
1.[A] ,
[B],
mr. K. Rutten,
mr. M. Musscheen
mr. C.M. Tjoa, allen kantoorhoudende te Utrecht,
3.[C] ,
mr. H.A. de Savornin Lohman, kantoorhoudende te Amsterdam,
4.[D] ,
mr. D.K. Baasen
mr. C. Snelders-van de Kamp, beiden kantoorhoudende te Arnhem,
5.[E] ,
mr. J.E.P.A. van Hooff, kantoorhoudende te Amsterdam,
6.[F] ,
[G],
[H],
mr. R.D. Vriesendorpen
mr. T.L. Ticheloven, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
9.[I] ,
mr. T.S. Jansen, kantoorhoudende te Amsterdam.
Het verloop van het geding