Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.GEA DUTCH HOLDING B.V.,
KET MARINE INTERNATIONAL B.V.,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
Share Purchase Agreement(hierna: SPA) van 30 november 2016 heeft Bos Holding (als Verkoper) aan Gea en Ket (als Kopers) verkocht en geleverd de aandelen in de vennootschap Bos Homogenisers B.V. (de Vennootschap).
Earn-Out, geregeld in artikel 5 SPA, waarvan de hoogte afhankelijk is gesteld van de EBITDA-cijfers die zullen volgen uit de jaarrekeningen 2017 en 2018 van de Vennootschap, gecorrigeerd voor de in artikel 5.1 sub (c) sub (i) t/m (iii) SPA beschreven zogenoemde
normalizations, terwijl de hoogte van de Earn-Out is gemaximeerd op € 1.500.000. In geval van een geschil over
“the calculation of the Earn-Out”geeft de SPA in artikel 5.3 jo. artikel 4.1.2 t/m 4.2.7 een geschillenregeling, inhoudende, kort gezegd, dat
“the dispute will be presented to and resolved in a binding manner by an accountant”. De SPA bepaalt verder in artikel 19 dat de bevoegde rechter te Amsterdam de exclusief bevoegde rechter is voor
“[a]ll disputes arising in connection with this Agreement (…)”.
binding advisoraangezocht (mr. P. Boertien, hierna ook genoemd: de binding advisor). Tussen partijen en de binding advisor is op 25 mei 2020 een zogenoemde
Procedural Orderovereengekomen.
4.Beoordeling
Engagement Lettervan 1 mei 2020 aan partijen gezonden (met aangehecht een
Statement of Work). De Engagement Letter bevat een verwijzing naar de SPA. Uit de Engagement Letter kan niet worden afgeleid dat partijen nader zijn overeengekomen om van de geschillenregeling van de SPA af te wijken met betrekking tot de vraag in hoeverre geschillen over de Earn-Out aan de binding advisor dienen te worden voorgelegd.