Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.STICHTING MONUMENT [adres] 17 TE [plaats] ,
[appellant sub 2] ,
[appellant sub 3],
1.Procesverloop
2.Feiten
is verschenen de heer J. Mandemaker, die op vragen van de kantonrechter naar zijn betrokkenheid bij het onderhavige geschil heeft geantwoord:
3.Beoordeling
eerste griefkomen de Stichting c.s. op tegen de vaststelling van een aantal feiten in de bestreden beschikking. Met de door de Stichting c.s. geuite bezwaren is hiervoor, onder 2.1, reeds rekening gehouden.
tweede en derde griefbestrijden de Stichting c.s. het oordeel van de rechtbank dat de Stichting c.s. geen belang hebben bij het verzochte voorlopig getuigenverhoor en dat de Stichting c.s. niet hebben toegelicht naar welke relevante betwiste feiten dan nog onderzoek nodig is.
Beste [B] ’, (iii) dat Schol schrijft: ‘
Ik mag niet direct afwijzen’, (iv) dat Mandemaker op initiatief van Van der Wansem op de zaak is gezet en (v) dat Mandemaker in gesprek is gegaan met [B] c.s.. Het gaat de Stichting c.s. dus louter om de beweegredenen van de betrokken personen, echter dat kwalificeert niet als een te bewijzen feit.
fishing expedition, waarvoor een voorlopig getuigenverhoor niet is bedoeld. Terzijde merkt het hof op dat de Stichting c.s. een kans hebben laten liggen om zich door de Gemeente te laten toelichten over de beweegredenen achter het optreden van Mandemaker doordat zij de uitnodiging van Mandemaker van 8 mei 2020 om in gesprek te gaan hebben afgewezen. Voor zover de Stichting c.s. in wezen op zoek zijn naar een gelegenheid om, tegenover het verhaal van [B] c.s., hún kant van het verhaal omtrent de geschillen binnen de VvE te kunnen vertellen, gaat het hof ervan uit dat de Gemeente daartoe de mogelijkheid zal bieden. De tweede en derde grief slagen niet.