In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, is op 1 maart 2022 een beschikking gegeven in het kader van een ondernemingsrechtelijke procedure. De Ondernemingskamer had eerder, op 12 en 13 februari 2020, een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van West Inn Groep c.s. over de periode vanaf 11 april 2014. Tevens was mr. J.C. Jaakke benoemd tot bestuurder van West Inn Groep met beslissende stem, om deze vennootschap zelfstandig te vertegenwoordigen.
Op 3 februari 2022 heeft mr. R.Q. Potter namens Jaakke aan de Ondernemingskamer gemeld dat partijen een minnelijke regeling hebben bereikt en dat zij de procedure willen beëindigen. Dit verzoek werd bevestigd door de advocaten van de verzoekers, mr. C.J. Scholten en mr. B. Loijmans. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er geen belangen zijn die zich tegen de toewijzing van het verzoek verzetten.
De Ondernemingskamer heeft daarom besloten om het bevolen onderzoek te beëindigen en de getroffen onmiddellijke voorziening op te heffen, met ingang van de datum van de beschikking. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door de voorzitter en de raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.