ECLI:NL:GHAMS:2022:602

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 maart 2022
Publicatiedatum
1 maart 2022
Zaaknummer
200.271.512/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van het bevolen onderzoek en opheffing van de getroffen onmiddellijke voorziening in een ondernemingsrechtelijke zaak

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, is op 1 maart 2022 een beschikking gegeven in het kader van een ondernemingsrechtelijke procedure. De Ondernemingskamer had eerder, op 12 en 13 februari 2020, een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van West Inn Groep c.s. over de periode vanaf 11 april 2014. Tevens was mr. J.C. Jaakke benoemd tot bestuurder van West Inn Groep met beslissende stem, om deze vennootschap zelfstandig te vertegenwoordigen.

Op 3 februari 2022 heeft mr. R.Q. Potter namens Jaakke aan de Ondernemingskamer gemeld dat partijen een minnelijke regeling hebben bereikt en dat zij de procedure willen beëindigen. Dit verzoek werd bevestigd door de advocaten van de verzoekers, mr. C.J. Scholten en mr. B. Loijmans. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er geen belangen zijn die zich tegen de toewijzing van het verzoek verzetten.

De Ondernemingskamer heeft daarom besloten om het bevolen onderzoek te beëindigen en de getroffen onmiddellijke voorziening op te heffen, met ingang van de datum van de beschikking. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door de voorzitter en de raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.271.512/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 1 maart 2022
inzake
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RASPBERRY GROUP B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2.
[A],
wonende te [....] ,
VERZOEKERS,
advocaten:
mr. C.J. Scholtenen
mr. C.I. Corsten, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B],
gevestigd te [....] ,
4.
[C],
wonende te [....] ,
VERZOEKERS,
advocaten:
mr. R. Meesteren
mr. B. Loijmans, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WEST INN GROEP B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. R.Q. Potter, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TUMBLER B.V.,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NEW WEST INN B.V.,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HOTEL TORENZICHT B.V.,
alle gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTERS,
niet verschenen.
In het vervolg zullen partijen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoekers sub 1 en 2 gezamenlijk met Raspberry c.s.;
  • verzoekers sub 3 en 4 gezamenlijk met [D] ;
  • verweerster sub 1 met West Inn Groep;
  • verweersters sub 1 en 2 gezamenlijk met West Inn Groep c.s.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 12 en 13 februari 2020 in deze zaak.
1.2
Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van West Inn Groep c.s. over de periode vanaf 11 april 2014 en is bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van het geding – voor zover nodig in afwijking van de statuten – mr. J.C. Jaakke te Amsterdam (hierna: Jaakke) benoemd tot bestuurder van West Inn Groep met beslissende stem met de bevoegdheid deze vennootschap zelfstandig te vertegenwoordigen en met de bepaling dat zonder deze bestuurder West Inn Groep niet vertegenwoordigd kan worden.
1.3
Mr. Potter heeft bij e-mail van 3 februari 2022 namens Jaakke aan de Ondernemingskamer gemeld dat partijen een minnelijke regeling hebben bereikt, waarvan hun wens deze procedure te beëindigen deel uitmaakt. Dit leidt ertoe dat partijen de Ondernemingskamer verzoeken de procedure te beëindigen. Mr. Potter heeft in een later die dag aan de Ondernemingskamer gezonden e-mail kenbaar gemaakt dat op 1 maart 2022 alle werkzaamheden van Jaakke ten aanzien van de regeling zullen zijn afgerond en de Ondernemingskamer gevraagd op die datum de beëindiging uit te spreken. Mr. Potter heeft van zijn e-mailberichten telkens een cc aan de advocaten van Raspberry c.s. en [D] gezonden.
1.4
Mr. Scholten en mr. Loijmans hebben bij e-mailberichten van respectievelijk 3 en 7 februari 2022 aan de Ondernemingskamer bevestigd dat deze procedure kan worden beëindigd.

2.De gronden van de beslissing

Nu mr. Potter namens Jaakke aan de Ondernemingskamer een verzoek van partijen om deze procedure te beëindigen – vanwege het bereiken van een minnelijke regeling – heeft voorgelegd, Raspberry c.s. en [D] dit verzoek hebben bevestigd en de Ondernemingskamer voorts niet is gebleken van enig belang dat zich tegen de toewijzing van het verzoek verzet, zal de Ondernemingskamer het verzoek inwilligen aldus dat zij het bij beschikking van 12 februari 2020 bevolen onderzoek zal beëindigen en de tevens daarbij getroffen onmiddellijke voorziening zal opheffen, een en ander met ingang van heden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beëindigt met ingang van heden, het bij beschikking van 12 februari 2020 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van West Inn Groep B.V. en Tumbler B.V.;
heft op, met ingang van heden, de bij beschikking van 12 februari 2020 getroffen onmiddellijke voorziening;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. Wolfs, voorzitter, mr. M.M.M. Tillema en mr. A.W.H. Vink, raadsheren, en prof. dr. mr. F. van der Wel RA en drs. V.G. Moolenaar, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2022.