Uitspraak
mr. H. Kaiser, kantoorhoudende te Utrecht,
mr. C. Dullaart, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. C. Dullaart,kantoorhoudende te Amsterdam.
- verzoekster als BBB;
- verweerster als Beleggingsmaatschappij D.I.G.;
- belanghebbende sub 1 als SP;
- belanghebbende sub 2 als JWTM;
- belanghebbende sub 1 en 2 gezamenlijk als SP c.s.;
- verweerster en belanghebbenden sub 1 en 2 gezamenlijk als Beleggingsmaatschappij D.I.G. c.s.
1.Het verloop van het geding
2.Inleiding en feiten
3.De gronden van de beslissing
de factoal niet meer als bestuurder; om dat te formaliseren is BBB in 2019 als bestuurder ontslagen. De Ondernemingskamer maakt hieruit op dat BBB destijds niet bij de bestuurlijke besluitvorming over de verhuizing is betrokken, terwijl zij op dat moment de enige bestuurder was die geen eigenaar was van het nieuwe pand. Anderzijds was reeds vanaf 2016 duidelijk dat [A] erop uit was zijn belang in Beleggingsmaatschappij D.I.G. te beëindigen en leidt de Ondernemingskamer uit de opmerking bij pleidooi van BBB, bij monde van haar advocaat, dat [A] ‘in elk geval tot 2017’ actief is geweest binnen de vennootschap af, dat dat nadien niet meer zo was. Wat daarvan verder zij, het onderwerp “verhuizing naar de Nicolaas Witsenkade” is ook niet aan de algemene vergadering voorgelegd en onduidelijk is of aan BBB tijdig volledige openheid van zaken, ook op het punt van de huurprijsbepaling, is gegeven.