ECLI:NL:GHAMS:2022:519

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 januari 2022
Publicatiedatum
22 februari 2022
Zaaknummer
23-000008-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep na onvoldoende bewijs van diefstal uit woning

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van diefstal uit een woning in Heerhugowaard op 19 maart 2016. De tenlastelegging omvatte het wegnemen van een Imac, toetsenbord, computermuis en sleutels, waarbij de verdachte en/of zijn mededaders zich toegang tot de woning hadden verschaft met een valse sleutel. Tijdens de zitting heeft het hof de verklaringen van getuigen en de stukken uit het dossier bestudeerd. Het hof kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte als (mede)pleger van de diefstal aan te merken. De advocaat-generaal had ook gepleit voor vrijspraak, en het hof volgde dit advies. Het vonnis van de rechtbank werd vernietigd en de verdachte werd vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Daarnaast werden de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere straffen afgewezen, omdat de verdachte niet schuldig werd bevonden. De benadeelde partij, die een schadevergoeding had gevorderd, werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, aangezien de verdachte niet schuldig was bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt. Het hof bepaalde dat de kosten voor zowel de benadeelde partij als de verdachte voor eigen rekening komen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000008-18
datum uitspraak: 28 januari 2022
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 18 december 2017 in de strafzaak onder de parketnummers 15-800120-16 en 15-140051-15 (TUL) en 15-194575-15 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1996,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 28 januari 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de tot vrijspraak strekkende vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 19 maart 2016 te Heerhugowaard tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan het [adres 2], aldaar) heeft weggenomen een Imac en/of een toetsenbord en/of een computermuis en/of een of meerdere (huis)sleutel(s) en/of een autosleutel, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een bij die woning behorende huissleutel, tot welk gebruik hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof met betrekking tot de bewijsvraag tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vrijspraak

Met de advocaat-generaal en de verdediging is het hof van oordeel dat niet bewezen is hetgeen de verdachte is tenlastegelegd. Het hof heeft uit de stukken van het dossier, met name de verklaringen die de medeverdachten bij de raadsheer-commissaris als getuige hebben afgelegd, en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep niet de overtuiging bekomen dat de verdachte als (mede)pleger van de diefstal uit de woning moet worden aangemerkt. De verdachte zal dan ook worden vrijgesproken.

Vorderingen tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerleggingen van:
  • de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem van 15 januari 2016 met parketnummer 15/140051-15 opgelegde voorwaardelijke werkstraf voor de duur van 60 uur, subsidiair 30 dagen jeugddetentie, en
  • de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem van 30 november 2015 met parketnummer 15/194575-15 opgelegde voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis.
Nu de verdachte zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde zullen de vorderingen tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 400,00 ter vergoeding van € 100,00 ter zake materiële schade en
€ 300,00 ter zake immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De vordering is bij het vonnis waarvan beroep geheel toegewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd, maar omdat de gehele vordering is toegewezen, heeft het hof in hoger beroep te oordelen over de gehele vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom niet worden ontvangen in de vordering.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Wijst afde vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Noord-Holland van 13 juni 2016, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem van 15 januari 2016, parketnummer 15-140051-15, voorwaardelijk opgelegde werkstraf voor de duur van 60 uur, subsidiair 30 dagen jeugddetentie.
Wijst afde vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Noord-Holland van 13 juni 2016, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem van 30 november 2015, parketnummer 15-194575-15, voorwaardelijk opgelegde taakstraf voor de duur van 40 uren subsidiair 20 dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L.M. van der Voet, mr. M.F.J.M. de Werd en mr. N.J.M. de Munnik, in tegenwoordigheid van mr. S. Pesch en J.L. Sterkenburg, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 28 januari 2022.
Mrs. M.F.J.M. de Werd en N.J.M. de Munnik zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.