ECLI:NL:GHAMS:2022:490
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake invoer van heroïne met voorwaardelijk opzet
Dit arrest betreft een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, waarin de verdachte werd veroordeeld voor de invoer van heroïne. De verdachte, geboren in 1990 en momenteel gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zaanstad, heeft op 5 april 2021 een vlucht vanuit Johannesburg naar Schiphol genomen. In zijn koffers, die hij van zijn ex-vriendin had gekregen, zijn pakketten met heroïne aangetroffen, met een netto gewicht van ongeveer 8 kilogram. Tijdens de zitting in hoger beroep op 19 januari 2022 heeft de raadsman van de verdachte betoogd dat er geen opzet was, ook niet in voorwaardelijke zin, op de invoer van de drugs. Het hof heeft dit verweer verworpen en vastgesteld dat de verdachte zich bewust was van de kans dat hij harddrugs naar Nederland vervoerde. Het hof heeft de bewijsvoering van de rechtbank bevestigd, maar enkele details in de strafmotivering aangepast. De opgelegde gevangenisstraf van 44 maanden, met aftrek van voorarrest, is in lijn met de Oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht voor de invoer van een dergelijke hoeveelheid harddrugs. De beslissing tot bevestiging van het vonnis houdt in dat het hof geen aanleiding heeft gezien om de straf te verhogen of te verlagen. De tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf zal plaatsvinden in de penitentiaire inrichting, totdat de veroordeelde in aanmerking komt voor een penitentiair programma of voorwaardelijke invrijheidsstelling.