ECLI:NL:GHAMS:2022:46

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 januari 2022
Publicatiedatum
11 januari 2022
Zaaknummer
000803-21 (530 Sv)
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van schadevergoeding voor kosten rechtsbijstand in rekestenprocedure

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 januari 2022 uitspraak gedaan in een rekestprocedure naar aanleiding van een verzoekschrift dat op 1 september 2021 was ingediend. Het verzoek was gericht op het verkrijgen van een schadevergoeding voor kosten van rechtsbijstand in verband met een beklagzaak en de onderhavige verzoekschriftprocedure. De advocaat-generaal heeft op 22 september 2021 het standpunt van het openbaar ministerie kenbaar gemaakt, waarna het hof op 14 december 2021 de advocaat-generaal in raadkamer heeft gehoord. De verzoeker en zijn advocaat waren niet aanwezig tijdens deze zitting.

Het hof heeft vastgesteld dat het verzoek om vergoeding van kosten rechtsbijstand tijdig was ingediend. De verzoeker had een bedrag van € 2.037,04 gevraagd voor kosten gemaakt in de beklagzaak en € 340,00 voor de verzoekschriftprocedure. Het hof oordeelde dat er gronden van billijkheid aanwezig waren voor de toekenning van deze vergoedingen. Bij beschikking van 1 juli 2021 was het beklag ex artikel 12 Sv afgewezen, waardoor de zaak was geëindigd zonder straf of maatregel.

Uiteindelijk heeft het hof besloten om de verzoeker een totale vergoeding van € 2.377,04 toe te kennen, bestaande uit de gevraagde bedragen voor beide procedures. De beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken tijdens de openbare zitting van het hof.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling strafrecht
rekestnummer: 000803-21 (530 Sv)
Rekestnummer 12 Sv: K20/230350
Beschikking op het verzoekschrift op de voet van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker],
geboren op [geboortedag] 1995 te [geboorteplaats],
domicilie kiezende ten kantore van zijn advocaat, mr. E.A.M. Mannheims,
Keizersgracht 332, 1016 EZ Amsterdam.

1.Procesverloop

Het verzoekschrift is op 1 september 2021 ingekomen.
Op 22 september 2021 heeft de advocaat-generaal het standpunt van het openbaar ministerie kenbaar gemaakt.
Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld rekestnummer en heeft op 14 december 2021 de advocaat-generaal ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord. De verzoeker en zijn advocaat zijn niet in raadkamer verschenen.

2. Inhoud van het verzoek

Het verzoek strekt tot het verkrijgen van een vergoeding ter zake van:
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van de beklagzaak met voormeld rekestnummer ten bedrage van € 2.037,04;
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van onderhavige verzoekschriftprocedure ten bedrage van € 340,00.

3.Beoordeling van het verzoek

Bij beschikking van dit hof van 1 juli 2021 is het beklag ex artikel 12 Sv, waarin de verzoeker beklaagde was, afgewezen. De zaak is daarmee geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.
Het verzoekschrift is tijdig ter griffie van dit hof ingediend.
Ingevolge het bepaalde in artikel 534, eerste lid, Sv heeft de toekenning van een schadevergoeding steeds plaats, indien en voor zover daartoe naar het oordeel van de rechter, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
Ad a
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van kosten rechtsbijstand ten behoeve van de beklagzaak tot een bedrag van € 2.037,04.
Ad b
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van kosten rechtsbijstand in de onderhavige verzoekschriftprocedure tot een bedrag van € 340,00.

4.Beslissing

Het hof:
Wijst het verzochte toe.
Kent op de voet van artikel 530 Sv aan de verzoeker een vergoeding toe van € 2.377,04 (tweeduizend driehonderdzevenenzeventig euro en vier cent).
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan de verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. F.A. Hartsuiker, J.J.I. de Jong en V.M.A. Sinnige, in tegenwoordigheid van mr. M.E. de Waard als griffier, is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 11 januari 2022.
De voorzitter beveelt:
de tenuitvoerlegging van deze beschikking door overmaking van € 2.377,04 (tweeduizend driehonderdzevenenzeventig euro en vier cent) op bankrekeningnummer [rekeningnummer] t.n.v. de Roos & Pen Advocaten o.v.v. [ovv].
Amsterdam, 11 januari 2022,
mr. F.A. Hartsuiker, voorzitter