3.1.Het gaat in deze zaak om het volgende.
( i) Ymere heeft met ingang van 9 mei 2017 de woning gelegen aan het adres [straatnaam] 17A te [plaats] (verder: de woning) verhuurd aan [appellant] . Het betreft een sociale huurwoning.
(ii) Van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst maken de Algemene Huurvoorwaarden onderdeel uit. Artikel 6 lid 8 van deze Algemene Huurvoorwaarden luidt:
“De huurder mag geen overlast of hinder aan buren of omwonenden veroorzaken. De huurder vrijwaart Ymere voor alle aanspraken van derden als huurder deze verplichtingen schendt. (…)”
Artikel 6 lid 17 van de Algemene Huurvoorwaarden luidt:
“De huurder is aansprakelijk voor gedragingen in strijd met de voorgaande leden van dit artikel, zowel van zijn huisgenoten als van degenen die door de huurder en bedoelde huisgenoten in de woning zijn toegelaten. Huurder zal de schade die Ymere hierdoor lijdt vergoeden. (…)”
(iii) Ymere heeft [appellant] per brief van 13 juli 2020 op de hoogte gesteld dat zij meldingen van buurtbewoners heeft ontvangen dat [appellant] of zijn huisgenoten weer overlast veroorzaken. Ymere heeft [appellant] in deze brief gewezen op haar eerdere brief van 28 april 2020 aan [appellant] , waarin [appellant] is opgedragen te stoppen met het verhandelen van spullen vanuit de woning en ervoor te zorgen dat de mensen die bij hem langskomen geen overlast veroorzaken.
(iv) In een proces-verbaal van bevindingen van de politie Eenheid Amsterdam d.d. 4 november 2020, ambtsedig opgemaakt door [naam 1] , inspecteur van politie, heeft deze verklaard:
“Op 17 september 2020 te 12.12 uur vond er een mishandeling plaats in de woning [straatnaam] 17A alwaar woonachtig dhr [appellant] . Politie was ter plaatste geweest in de [straatnaam] 17-b alwaar de ruiten van bewoner [appellant] waren ingegooid en alwaar hij met een vuurwapen was bedreigd door naar later bleek [naam 2] (…) Het voertuig voorzien van kenteken [kenteken] met de verdachte was weggereden (..) Eigenaar van het voertuig is bekend in de drugswereld onder de bijnaam “ [naam 2] ”. (…) Op 10 juni 2020 is [appellant] mishandeld door een man die hij [naam 2] noemde.(...) Op 5 mei 2020 is de ruit van de voordeur van [appellant] ’s woning vernield door iemand die op bezoek was geweest bij [appellant] .”
( v) In een brief van 15 oktober 2020 heeft Ymere aan [appellant] geschreven dat zij constateert dat [appellant] nog steeds spullen verhandelt vanuit de woning en heeft zij [appellant] gesommeerd te stoppen met de overlast door onder meer geen spullen meer te verhandelen vanuit de woning en ervoor te zorgen dat er geen aanloop meer is naar de woning. Ymere heeft in deze brief te kennen gegeven dat [appellant] een laatste kans kreeg om de overlast te stoppen en dat Ymere anders een rechtszaak zou starten.
(vi) Op 3 november 2020 heeft Ymere van de burgemeester van de Gemeente Amsterdam een bestuurlijke waarschuwing betreffende de woning aan het adres [straatnaam] 17A te Amsterdam ontvangen. In deze bestuurlijke waarschuwing is onder meer vermeld:
“(…)
Onderzoek door de politie
Middels een bestuurlijke rapportage heeft de politie een overzicht van meerdere overlastmeldingen in verband met gedragingen vanuit de woning aangeleverd. Naar mijn oordeel blijkt uit deze rapportage dat de openbare orde ter plaatse is verstoord.
De overlastmeldingen over de woning hebben betrekking op de periode 26 juni 2017 tot en met 24 juli 2020. De meldingen zien op conflicten naar aanleiding van onderhuur, handel en bezit van drugs, bezit van een verboden dier, huisvredebreuk, heling en vernieling van de woning. Ook is er een loop naar de woning door drugsgebruikers en/of dealers. Volgens de politie kan worden vastgesteld dat omwonenden op structurele wijze hinder ondervinden door de gedragingen vanuit de woning. Ook zouden de activiteiten in en rondom de woning zorgen voor onveilige situaties voor omwonenden.
Meldpunt en GGD
Vanuit de gemeente zijn er verschillende gesprekken gevoerd met de bewoner om tot een oplossing te komen en de overlast te verminderen. Ook heeft de bewoner informatie gekregen over mogelijke zorg vanuit de GGD. (,,,)”
Een kopie van deze bestuurlijke waarschuwing is aan de raadsman van [appellant] gestuurd.
(vii) De bestuurlijke rapportage behorende bij deze bestuurlijke waarschuwing bevat onder meer een overzicht van overlastmeldingen van buurtbewoners betreffende de woning aan de [straatnaam] 17A te [plaats] in de periode van 26 juni 2017 tot en met 24 juli 2020, een overzicht van 6 strafrechtelijke verdenkingen gerelateerd aan deze woning in de periode van 2 april 2020 tot en met 15 juli 2020 en een overzicht van 9 door de wijkagent van de [wijk] ontvangen meldingen van overlast in de periode van 1 april 2020 tot en met 9 juli 2020.
(viii) Op 1 februari 2021 heeft Ymere een brief met als onderwerp ‘Einde interventieverklaring’ ontvangen van [naam 3] , Coördinator Meldpunt Zorg en Woonoverlast Gemeente Amsterdam (verder: Het Meldpunt). In deze brief staat:
“Hiermee berichten wij u dat er sinds maart 2020, vanuit het Meldpunt Zorg en Woonoverlast Stadsdeel Noord en haar convenantpartners, diverse interventies zijn geweest gericht op het bestrijden van de extreme overlast die Dhr [appellant] (..) veroorzaakt in zijn woonomgeving. (...)
In de periode vanaf maart 2020 tot en met januari 2021 bestonden deze interventies uit:
- Meerdere gesprekken met de politie (de wijkagent)
- Aanbod (meerdere pogingen) door een sociaal psychiatrisch verpleegkundige van de GGD naar zorgtoeleiding
- Gesprek en zorgaanbod vanuit WPI
- Gesprek en zorgaanbod vanuit Meldpunt Zorg en Woonoverlast (van outreachend medewerker Taskforce v.d. Pekbuurt)
Ondanks onze inspanningen zijn we er volgens de woningcorporatie en de convenantpartners niet in geslaagd de overlast te doen ophouden of tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen.”
(ix) De deurwaarder heeft op 5 maart 2021 de woning krachtens het vonnis waarvan beroep ontruimd.