ECLI:NL:GHAMS:2022:3733

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 december 2022
Publicatiedatum
10 januari 2023
Zaaknummer
K22/230275
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing beklag ex art. 12 Sv inzake verkeersdelict met letsel na aanrijding tussen automobilist en fietsster

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 december 2022 uitspraak gedaan in een beklagprocedure ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering. Het beklag was ingediend door een fietsster, klaagster, die betrokken was bij een verkeersongeval op 15 juni 2020, waarbij zij door een automobilist, beklaagde, werd aangereden. Klaagster liep ernstig letsel op, waaronder een schedelbasisfractuur en permanente gehoorbeschadiging. De officier van justitie had besloten om geen strafvervolging in te stellen tegen beklaagde, wat klaagster niet kon accepteren.

Het hof heeft de stukken van de zaak, waaronder het klaagschrift en het verslag van de advocaat-generaal, bestudeerd. Tijdens de behandeling in raadkamer op 15 november 2022 heeft klaagster haar beklag toegelicht, terwijl beklaagde niet verscheen. De advocaat-generaal was wel aanwezig en heeft het hof geadviseerd het beklag toe te wijzen.

Het hof heeft vastgesteld dat er voldoende aanwijzingen zijn in het dossier om tot een bewezenverklaring te komen van een verkeersdelict. De verklaringen van klaagster, beklaagde en een ooggetuige wijzen erop dat beklaagde onvoorzichtig heeft gehandeld, wat heeft geleid tot het ernstige letsel van klaagster. Gezien de ingrijpende gevolgen van het ongeval en het algemeen belang bij strafvervolging, heeft het hof besloten de officier van justitie te bevelen tot vervolging over te gaan.

Uitspraak

afdeling strafrecht
beklagkamer
rekestnummer K22/230275
Beschikking op het beklag van:
[klaagster],
wonende te [woonplaats],
klaagster.

1.Het beklag

Het hof heeft op 8 juli 2022 het klaagschrift ontvangen. Het beklag richt zich tegen de beslissing van de officier van justitie bij het arrondissementsparket Amsterdam om geen strafvervolging in te stellen tegen
[beklaagde](hierna: beklaagde) ter zake van het veroorzaken van een verkeersongeval.

2.Het verslag van de advocaat-generaal

Bij verslag van 13 oktober 2022 heeft de advocaat-generaal het hof in overweging gegeven het beklag toe te wijzen.

3.De voorhanden stukken

Het hof heeft kennisgenomen van:
- het klaagschrift;
- het verslag van de advocaat-generaal;
- het dossier van de politie [en de aanvulling daarop van 4 november 2022].

4.De behandeling in raadkamer

Het hof heeft klaagster in de gelegenheid gesteld op 15 november 2022 het beklag toe te lichten. Klaagster is in raadkamer verschenen en heeft het beklag toegelicht en gehandhaafd.
Voorts heeft het hof beklaagde in de gelegenheid gesteld op 15 november 2022 te worden gehoord. Beklaagde is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet in raadkamer verschenen.
De advocaat-generaal is bij de behandeling in raadkamer aanwezig geweest. In hetgeen in raadkamer naar voren is gekomen heeft deze geen aanleiding gevonden de conclusie in het verslag te herzien.

5.De beoordeling van het beklag

5.1.
De feitelijke uitgangspunten van het beklag
Op 15 juni 2020 vond een verkeersongeval plaats tussen een personenauto en een fietser op het Europaplein, op de kruising met Europaboulevard, te Amsterdam. Beklaagde reed in haar auto en reed klaagster op haar fiets aan. Klaagster vloog door de lucht en kwam op de rijbaan terecht. Zij heeft door de aanrijding onder meer een schedelbasisfractuur, een hersenkneuzing en permanente gehoorbeschadiging opgelopen aan haar linkeroor.
Klaagster heeft verklaard dat zij op het moment van oversteken een groen licht had, zij kwam bovendien van rechts. Ter plaatste is een ooggetuige door de politie gehoord die verklaart dat het groen was voor de fietssters aan de overkant en dat de getuige een knal hoorde en zag dat klaagster werd geschept door een auto.
Beklaagde is als verdachte gehoord. Beklaagde verklaart -kort gezegd- dat zij bij het oversteken van de kruising haar vaart minderde, omdat zij luisterde naar haar navigatie en op zoek was naar de Scheldestraat. Zij merkte op enig moment op dat de auto’s achter haar stopte voor het stoplicht. Hierop wilde beklaagde aansluiten bij haar voorgangers om het kruispunt leeg te maken. Zij heeft toen zij haar weg vervolgde de fietser niet gezien.
Voor de weergave van de feitelijke uitgangspunten die van belang zijn voor de beoordeling verwijst het hof naar de inhoud van het dossier van de politie.
De officier van justitie heeft de zaak tegen beklaagde voorwaardelijk geseponeerd, met een proeftijd van 1 jaar.
5.2
Beoordelingskader
Het hof heeft te beoordelen of de strafrechter die over deze zaak zou moeten oordelen – al dan niet na nader onderzoek – zou kunnen komen tot een veroordeling voor enig strafbaar feit. Daarnaast moet het hof beoordelen of er, gelet op alle omstandigheden, voldoende belang is bij het alsnog instellen van strafrechtelijke vervolging. Indien het antwoord op beide vragen bevestigend luidt, zal een bevel tot vervolging worden gegeven.
Artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 (verder: WVW) stelt verkeersgedrag dat gevaar op de weg veroorzaakt strafbaar.
Om tot een bewezenverklaring ter zake van schuld aan het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel in het verkeer (artikel 6 WVW) te kunnen komen, moet zowel worden vastgesteld dat:
  • het verkeersgedrag van de verkeersdeelnemer ten minste in aanmerkelijke mate onvoorzichtig is geweest en dat deze onvoorzichtigheid aan die verkeersdeelnemer kan worden verweten en
  • er als gevolg van het ongeval zwaar lichamelijk letsel is ontstaan.
5.3
De overwegingen van het hof
Op grond van onder meer de verklaring van klaagster, de verklaring van de beklaagde en die van de getuige is het hof van oordeel dat het dossier voldoende aanwijzingen bevat om tot een bewezenverklaring te komen ter zake van een verkeersdelict.
Op basis van deze aanwijzingen in het dossier zal de strafrechter tot een veroordeling kunnen komen. Het is bij uitstek de strafrechter die de afweging kan maken of het voorhanden bewijsmateriaal daarvoor voldoende is en zo ja welke bestraffing daarbij past.
De aan beklaagde verweten gedragingen hebben ingrijpende gevolgen gehad voor klaagster.
Indien bewezen, gaat het om het veroorzaken van een verkeersongeval, waarbij het slachtoffer ernstig lichamelijk letsel heeft opgelopen en is er voldoende algemeen belang bij strafvervolging.
Het hof zal daarom als volgt beslissen.

6.De beslissing

Het hof beveelt de officier van justitie om
[beklaagde]te vervolgen ter zake van het feit waarop het beklag betrekking heeft.
Deze beschikking, waartegen voor betrokkenen geen rechtsmiddel openstaat, is gegeven op
20 december 2022 door mrs. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, W.S. Ludwig en J. Steenbrink, raadsheren, in tegenwoordigheid van mr. S.S.I. Jackson, griffier, en ondertekend door de voorzitter en de griffier.