Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 27 mei 2020 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer01] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een bank(betaal)pas, waarbij, hij, verdachte en/of zijn medeverdachte(n), zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
hij op of omstreeks 27 mei 2020 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een of meer geldbedrag(en) van (ongeveer) 3414,90 euro, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer01] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door gebruik te maken van een bank(betaal)pas en/of van een bijbehorende pincode toebehorende aan voornoemde [slachtoffer01] , tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was;
hij in of omstreeks de periode van 30 mei 2020 tot en met 1 juni 2020 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een of meer geldbedrag(en) van (ongeveer) 6740 euro, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer02] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door gebruik te maken van een bank(betaal)pas/creditkaart en/of van een bijbehorende pincode, toebehorende aan voornoemde [slachtoffer02] , tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was.
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
hij op 27 mei 2020 te Amsterdam met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen [slachtoffer01] heeft bewogen tot de afgifte van een bank(betaal)pas, waarbij, hij, verdachte, zakelijk weergegeven - in strijd met de waarheid
hij op 27 mei 2020 te Amsterdam geldbedragen van in totaal 3.414,90 euro, toebehorende aan [slachtoffer01] , heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door gebruik te maken van een bank(betaal)pas en van een bijbehorende pincode toebehorende aan voornoemde [slachtoffer01] , tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was;
hij in de periode van 30 mei 2020 tot en met 1 juni 2020 te Amsterdam geldbedragen van in totaal 2.250 euro, toebehorende aan [slachtoffer02] , heeft weggenomen met het oogmerk om zich die wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door gebruik te maken van een creditkaart en van een bijbehorende pincode, toebehorende aan voornoemde [slachtoffer02] , tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Beslag
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer01]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) maanden.
2 (twee) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
€ 3.414,90 (drieduizend vierhonderdveertien euro en negentig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.