ECLI:NL:GHAMS:2022:3680
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake onderhoudsbijdrage en draagkracht van de man in een familierechtelijke procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de onderhoudsbijdrage die de man dient te betalen voor de verzorging en opvoeding van zijn kinderen. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had eerder bij de rechtbank Amsterdam een verzoek ingediend om de man te verplichten een bijdrage van € 154,- per kind per maand te betalen. De rechtbank had dit verzoek afgewezen, wat de vrouw ertoe bracht in hoger beroep te gaan. De man, verweerder in hoger beroep, heeft verweer gevoerd en verzocht om het hoger beroep van de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren of dit af te wijzen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 14 oktober 2022 is de draagkracht van de man aan de orde gekomen. De man ontving een WIA-uitkering en had te maken met hoge woonlasten en een aanzienlijke schuldenlast. Het hof heeft vastgesteld dat de man geen draagkracht heeft om een bijdrage te betalen, omdat hij na aflossing van zijn schulden en betaling van zijn vaste lasten minder dan 95% van de voor hem geldende bijstandsnorm overhoudt. Het hof heeft geoordeeld dat de schulden van de man niet verwijtbaar of vermijdbaar zijn, en heeft daarom de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd. De man heeft aangegeven dat hij zijn kinderen mist en contact met hen wil opnemen zodra de procedure is afgerond.