ECLI:NL:GHAMS:2022:3590
Gerechtshof Amsterdam
- Wraking
- S.M.M. Bordenga
- A.M. van Amsterdam
- I.A. Haanappel-van der Burg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in hoger beroep tegen strafzaak en ontnemingszaak
Op 28 november 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door [naam 1], vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. W.B. Lisi. Het wrakingsverzoek was gericht tegen de raadsheren mr. R.D. van Heffen, mr. A.P.M. van Rijn en mr. M. Senden, die betrokken waren bij de behandeling van de hoofdzaak, een hoger beroep tegen een eerdere veroordeling door de rechtbank Noord-Holland. Tijdens de openbare zitting op dezelfde dag werd het wrakingsverzoek toegelicht door de raadsman, terwijl de advocaat-generaal mr. S. Spoor pleitte voor afwijzing van het verzoek. De raadsheren stelden dat het verzoek ongegrond was en dat er geen reden was om aan hun onpartijdigheid te twijfelen.
De hoofdzaak betreft een veroordeling van verzoeker tot een gevangenisstraf van tien jaar wegens verschillende strafbare feiten, waaronder valsheid in geschrifte en deelname aan een criminele organisatie. De wrakingskamer oordeelde dat de gronden van het wrakingsverzoek, waaronder de vermeende partijdigheid van de raadsheren en het niet beslissen op een aanhoudingsverzoek, niet voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid. De wrakingskamer benadrukte dat de raadsheren nog moesten beslissen op het aanhoudingsverzoek en dat hun procesbeslissingen niet inhoudelijk konden worden getoetst door de wrakingskamer.
Uiteindelijk werd het verzoek tot wraking in al zijn onderdelen afgewezen, en de beslissing werd op dezelfde dag uitgesproken door de betrokken raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.