ECLI:NL:GHAMS:2022:3584

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 december 2022
Publicatiedatum
16 december 2022
Zaaknummer
23-000218-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake diefstal en vernieling met bijzondere voorwaarden voor reclassering

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1973, was eerder veroordeeld voor diefstal en vernieling. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsvrouw. De verdachte was beschuldigd van de diefstal van 15 blikjes bier bij een supermarkt en de vernieling van een detectiepoort van een winkelbedrijf. De politierechter had de verdachte in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 week, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd ten aanzien van de gevangenisstraf en in plaats daarvan een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand opgelegd, met bijzondere voorwaarden zoals vermeld in het reclasseringsadvies.

Het hof heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen. De verdachte heeft te maken met een alcoholverslaving en een gebrek aan huisvesting, wat bijdraagt aan zijn delictgedrag. De raadsvrouw pleitte voor een taakstraf in plaats van een gevangenisstraf, maar het hof oordeelde dat een voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden de beste optie was om de verdachte de kans te geven zijn leven een positieve wending te geven. Het hof heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder behandeling voor zijn alcoholverslaving, verblijf in een opvanginstelling, en meewerken aan schuldhulpverlening. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep voor het overige bevestigd.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000218-22
datum uitspraak: 15 december 2022
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 19 januari 2022 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-078053-21 (hierna:
zaak A) en 13-283053-21 (hierna:
zaak B) tegen:
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1973,
adres: [adres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
1 december 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen behalve ten aanzien van de opgelegde gevangenisstraf. In zoverre zal het vonnis worden vernietigd.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg in zaak A en zaak B bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 week met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het in zaak A en zaak B tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 weken, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, met een proeftijd van 2 jaren.
De raadsvrouw heeft verzocht een taakstraf op te leggen waartoe de verdachte in staat en bereid is, aan welke straf bijzondere voorwaarden kunnen worden verbonden. Ter onderbouwing heeft zij gewezen op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte heeft een chronische alvleesklierontsteking (pancreatitis) als gevolg van een alcoholverslaving waarvoor hij op dagelijkse basis medicatie gebruikt. Hij realiseert zich wat zijn gedrag teweegbrengt, schaamt zich daarvoor en is aan het eind van de dag moe van zichzelf. De verdachte heeft het hart op de goede plek en om de positieve verandering door te zetten, is het van essentieel belang dat hem de juiste hulp wordt geboden en hij zijn goede band met [naam01] , reclasseringsmedewerker, behoudt. De moraal en intrinsieke motivatie van de verdachte worden ernstig op de proef gesteld als aan de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd, aldus de raadsvrouw.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de diefstal van 15 blikjes bier bij supermarkt [winkel01] en vernieling van een detectiepoort van winkelbedrijf [winkel02] . Dit zijn hinderlijke feiten die voor veel overlast zorgen bij de betreffende winkeliers. Het hof heeft niettemin ook oog voor de persoonlijke problematiek die bij de verdachte speelt, in het bijzonder zijn alcoholverslaving en zijn gebrek aan huisvesting, hetgeen veel van het delictgedrag in de onderhavige zaak bij de verdachte in gang lijkt te hebben gezet. Zo heeft de verdachte op de terechtzitting in hoger beroep van 1 december 2022 over zaak A, de vernieling, verklaard dat hij een slok op had en dakloos was. Het is – ook voor de maatschappij – van groot belang dat de verdachte zijn alcoholgebruik onder controle krijgt en hem begeleid wonen of maatschappelijke opvang wordt geboden zodat het plegen van alcohol-gerelateerde feiten in de toekomst wordt voorkomen. De reclassering heeft gerapporteerd dat het wat haar betreft de laatste kans is voor de verdachte een ISD-traject te ontlopen. Het hof onderschrijft de conclusie van de reclassering en zal de verdachte bij wijze van een laatste waarschuwing de kans geven te laten zien dat hij zijn leven een positieve wending kan geven.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 15 november 2022 is hij eerder ter zake van vernieling en diefstal onherroepelijk veroordeeld, hetgeen het hof in het nadeel van de verdachte meeweegt.
Het hof acht, alles afwegende, een voorwaardelijke gevangenisstraf, met daaraan gekoppeld bijzondere voorwaarden zoals vermeld in het reclasseringsadvies van Inforsa van 21 september 2022, van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63, 310 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde gevangenisstraf en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Inforsa op het adres [adres02] meldt. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich laat behandelen door het FAZ of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zodra de veroordeelde is geaccepteerd door de zorgverlener. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde verblijft in de nachtopvang van het Leger des Heils of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf is al gestart. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde meewerkt aan het vinden en behouden van werk of dagbesteding voor minimaal drie dagen per week.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.A. Stalenhoef, mr. P. Greve en mr. A. Dantuma-Hieronymus, in tegenwoordigheid van
mr. N.M. Simons, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
15 december 2022.
De voorzitter en de jongste raadsheer zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]