ECLI:NL:GHAMS:2022:3578

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 december 2022
Publicatiedatum
16 december 2022
Zaaknummer
23-002733-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel na vrijspraak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een vordering van het openbaar ministerie tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, die was ingesteld tegen de betrokkene, geboren in 1999. In eerste aanleg had de politierechter de betrokkene veroordeeld voor diefstal in vereniging door middel van braak en een verplichting opgelegd tot betaling van € 637,14 aan de Staat. De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen deze vonnissen.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 1 december 2022 heeft het hof de vordering van het openbaar ministerie beoordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene in de onderliggende strafzaak is vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. Gezien deze vrijspraak heeft het hof geoordeeld dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is in zijn vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan door de vordering van het openbaar ministerie af te wijzen.

Deze uitspraak benadrukt het belang van de vrijspraak in de onderliggende strafzaak voor de ontvankelijkheid van vorderingen tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Het hof heeft de zaak zorgvuldig onderzocht en de argumenten van zowel de advocaat-generaal als de raadsvrouw in overweging genomen. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij enkele rechters niet in staat waren het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002733-22
datum uitspraak: 15 december 2022
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 22 maart 2022 op de vordering van het openbaar ministerie ingevolge artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht in de ontnemingszaak met nummer 13-157787-20 tegen de betrokkene
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1999,
adres: [adres01] .

Procesgang

Het openbaar ministerie heeft in eerste aanleg gevorderd dat aan de betrokkene de verplichting zal worden opgelegd tot betaling van een geldbedrag aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, geschat tot een bedrag van € 637,14.
De betrokkene is bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 22 maart 2022 veroordeeld ter zake van -kort gezegd- diefstal in vereniging door middel van braak.
Voorts heeft de politierechter in de rechtbank Amsterdam bij vonnis van 22 maart 2022 de betrokkene de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 637,14 ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
Namens de betrokkene is hoger beroep ingesteld tegen beide vonnissen.
De betrokkene is bij arrest van dit hof van 15 december 2022 vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 1 december 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsvrouw naar voren heeft gebracht.

Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie

Het hof zal het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, gelet op de vrijspraak in de onderliggende strafzaak.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P. Greve, mr. H.A. Stalenhoef en mr. A. Dantuma-Hieronymus, in tegenwoordigheid van mr. I.A. de Bruijne, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 15 december 2022.
Mr. H.A. Stalenhoef en mr. A. Dantuma-Hieronymus zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]