Uitspraak
mr. N.P.F.E. van der Peet, kantoorhoudende te Maastricht,
mr. J. van Bekkum, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. J.L.E. Marchal, kantoorhoudende te Maastricht,
mr. M.J. Drop, kantoorhoudende te Amsterdam.
- verzoekster met Acrobat;
- verweersters afzonderlijk met Monitor en SmartVital en gezamenlijk met Monitor c.s.;
- belanghebbenden afzonderlijk met Brampton, Visionlead en HEC; Brampton en Visionlead gezamenlijk met Brampton c.s.
1.Het verloop van het geding
2.Feiten
3.De gronden van de beslissing
(…) inmiddels genoegzaam duidelijk [is] dat de verhoudingen tussen Brampton c.s. en Acrobat duurzaam zijn ontwricht” en dat “
[u]it hun handelwijze (…) evenmin [valt] af te leiden dat zij zijn gericht op het herstel van de samenwerking in enige vorm. De vertrouwensbreuk tussen partijen is structureel”. De Ondernemingskamer heeft daaraan toegevoegd dat ook gezien de positie die HEC heeft ingenomen een voortgezette samenwerking niet langer tot de mogelijkheden lijkt te behoren. De Ondernemingskamer heeft voorts overwogen dat tegen deze achtergrond een definitieve ontvlechting van de samenwerking de enige mogelijkheid lijkt (zie 3.23 van die beschikking). Molenaar en Borrius mochten het daarom tot hun taak rekenen om scenario’s uit te werken die kunnen leiden tot een scheiding der wegen, waaronder een ruziesplitsing of ontbinding.
(…) dat alle drie de aandeelhouders verantwoordelijk zijn voor het in de beschikking van 16 december 2019 geconstateerde wanbeleid en dat de bestaande onmin nog steeds veroorzaakt wordt door het volstrekte gebrek aan vertrouwen tussen [A] , [B] en [C] en de aanhoudende rancune over in het verleden over en weer gemaakte verwijten.” (zie 3.9). De Ondernemingskamer heeft in haar beschikking van 2 december 2020 geconcludeerd dat het belang van Monitor c.s. vergde dat Brampton c.s. werden ontslagen als bestuurders van Monitor. De benoeming van de OK-commissaris is geëindigd en Molenaar is tijdelijk als bestuurder van Monitor benoemd. In haar beschikking van 23 december 2021 heeft de Ondernemingskamer het geboden geacht dat ook de resterende aandelen ten titel van beheer aan Borrius worden overgedragen. Weliswaar was de beslissende zeggenschap op de aandelen reeds in handen van de beheerder, maar de aandeelhouders hadden hun vergaderrechten nog behouden. Gelet op de wijze waarop Brampton c.s. invulling gaven aan die vergaderrechten, heeft de Ondernemingskamer ook de resterende aandelen van Brampton c.s. ten titel van beheer aan Borrius overgedragen (en ter voorkoming van het geven van een verkeerd signaal ook die van Acrobat, die medeverantwoordelijk is voor het wanbeleid).