ECLI:NL:GHAMS:2022:3480

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 december 2022
Publicatiedatum
9 december 2022
Zaaknummer
23-000080-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mishandeling in hoger beroep na gebrek aan bewijs

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1979, was aangeklaagd voor mishandeling van zijn levensgezel op 18 juli 2021 in Amsterdam. De tenlastelegging hield in dat hij haar meermalen met een vuist in het gezicht zou hebben geslagen. Tijdens de zitting in hoger beroep op 24 november 2022 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte zou worden vrijgesproken, omdat niet kon worden bewezen dat het slachtoffer pijn of letsel had ondervonden. De raadsman van de verdachte voerde aan dat het slachtoffer, [slachtoffer], bij de politie en in haar verhoor op 4 november 2022 had verklaard dat de verdachte haar niet had geslagen. Het hof heeft het dossier bestudeerd en kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. Het hof oordeelde dat de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, waardoor de verdachte moest worden vrijgesproken. Het vonnis van de politierechter werd vernietigd en het hof sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000080-22
datum uitspraak: 8 december 2022
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 5 januari 2022 in de strafzaak onder parketnummer 13-214849-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 24 november 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 18 juli 2021 te Amsterdam zijn levensgezel, [slachtoffer], heeft mishandeld door haar meermalen met een vuist heeft geslagen (in het gezicht).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vrijspraak

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken, omdat niet kan worden bewezen dat het slachtoffer pijn of letsel heeft gehad.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte ook om een andere reden dient te worden vrijgesproken. [slachtoffer] heeft bij de politie en in haar verhoor van 4 november 2022 bij de raadsheer-commissaris verklaard dat de verdachte haar niet heeft geslagen. Nu ander overtuigend bewijs ontbreekt, kan niet bewezen worden dat de verdachte haar heeft mishandeld.
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Het hof overweegt daartoe dat op basis van het dossier niet met een voor bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R. Kuiper, mr. A.D.R.M. Boumans en mr. W.S. Ludwig, in tegenwoordigheid van mr. R.M. ter Horst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 8 december 2022.
=========================================================================
[…]