ECLI:NL:GHAMS:2022:3480
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van mishandeling in hoger beroep na gebrek aan bewijs
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1979, was aangeklaagd voor mishandeling van zijn levensgezel op 18 juli 2021 in Amsterdam. De tenlastelegging hield in dat hij haar meermalen met een vuist in het gezicht zou hebben geslagen. Tijdens de zitting in hoger beroep op 24 november 2022 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte zou worden vrijgesproken, omdat niet kon worden bewezen dat het slachtoffer pijn of letsel had ondervonden. De raadsman van de verdachte voerde aan dat het slachtoffer, [slachtoffer], bij de politie en in haar verhoor op 4 november 2022 had verklaard dat de verdachte haar niet had geslagen. Het hof heeft het dossier bestudeerd en kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. Het hof oordeelde dat de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, waardoor de verdachte moest worden vrijgesproken. Het vonnis van de politierechter werd vernietigd en het hof sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.