Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
[geïntimeerde 3],
[geïntimeerde 4],
BEWONERSCOMMISSIE [X] ,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, ging het om een hoger beroep in kort geding dat was aangespannen door Woonstichting Lieven de Key tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam. De huurders hadden vorderingen ingesteld tegen hun verhuurder, Lieven de Key, met betrekking tot gebreken aan de liften in hun wooncomplex. De kantonrechter had de vorderingen grotendeels toegewezen, maar de dwangsommen afgewezen. Lieven de Key was van mening dat zij aan de veroordeling had voldaan en dat de huurders geen belang meer hadden bij het hoger beroep, aangezien de gebreken inmiddels waren hersteld.
De huurders stelden dat er nog steeds klachten waren over de liften en dat zij een eigen liftadviseur wilden inschakelen voor een inspectie. Het hof oordeelde dat de huurders onvoldoende hadden betwist dat Lieven de Key de nodige inspanningen had verricht en dat de werkzaamheden grotendeels waren uitgevoerd. Het hof concludeerde dat partijen het erover eens waren dat aan het vonnis was voldaan, met uitzondering van enkele onmogelijke en onnodige werkzaamheden. Het hof vernietigde het vonnis gedeeltelijk en bekrachtigde het voor het overige, waarbij de proceskostenveroordeling van de eerste aanleg in stand bleef. De proceskosten in hoger beroep werden gecompenseerd, omdat Lieven de Key niet kon worden verweten het hoger beroep te hebben ingesteld.