ECLI:NL:GHAMS:2022:3280
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag en benoeming eenhoofdig gezag moeder na echtscheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezamenlijk gezag van de ouders over hun kinderen, na een echtscheiding. De man, verzoeker in hoger beroep, was het niet eens met de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 16 februari 2022, waarin het gezamenlijk gezag werd beëindigd en de vrouw met het eenhoofdig gezag werd belast. De man stelde dat er sprake was van ouderverstoting en dat hij en de kinderen elkaar al tweeëneenhalf jaar niet hadden gezien, wat volgens hem een direct gevolg was van het gedrag van de vrouw. De vrouw daarentegen betwistte de claims van de man en stelde dat zij meerdere pogingen had gedaan om het contact tussen de man en de kinderen te onderhouden, maar dat de kinderen zelf geen contact met de man wilden.
Het hof heeft in zijn beoordeling gekeken naar de belangen van de kinderen, die inmiddels ouder zijn en een duidelijke mening hebben over hun ouders. De raad voor de kinderbescherming heeft geen advies gegeven, maar heeft wel aangegeven dat de kinderen behoefte hebben aan één of twee gezaghebbende ouders die weloverwogen beslissingen nemen. Het hof heeft vastgesteld dat de kinderen veel weerstand hebben tegen hun vader en dat dit negatieve beeld niet enkel door de man is ontstaan. Gezien de onrust die het mede-gezag van de man met zich mee zou brengen, heeft het hof geoordeeld dat het in het belang van de kinderen is dat de man geen gezag meer heeft. De beschikking van de rechtbank is dan ook bekrachtigd.