Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Beoordeling
“het meer of anders gevorderde”(in principaal en incidenteel appel) reeds afgewezen.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek tot aanvulling van een eerder arrest van 4 oktober 2022. De appellant, vertegenwoordigd door mr. A.D. van Koningsveld, had een geschil met de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. F.A.J.H. de Lugt, over een huurachterstand en de toewijzing van wettelijke rente. De geïntimeerde had in hoger beroep een vermeerderde eis ingediend, waarin zij de wettelijke rente over de huurachterstand vorderde. Het hof had echter in het eerdere arrest geen beslissing genomen over de wettelijke rente, wat aanleiding gaf tot het verzoek van de geïntimeerde om het arrest aan te vullen.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de gevorderde wettelijke rente niet toewijsbaar is. Dit is gebaseerd op het feit dat de geïntimeerde na de vernietiging van een oneerlijk rentebeding geen aanspraak kan maken op de wettelijke schadevergoeding die anders van toepassing zou zijn geweest. Het hof heeft geconcludeerd dat het verzoek tot aanvulling van het arrest moet worden afgewezen, omdat de gevorderde wettelijke rente niet kan worden toegewezen. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 22 november 2022.