ECLI:NL:GHAMS:2022:3260

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 november 2022
Publicatiedatum
18 november 2022
Zaaknummer
200.313.289/01 KG en 200.313.321/01 KG
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot voeging van zaken in hoger beroep tussen Crédit Agricole Corporate & Investment Bank S.A. en Boskalis Westminster Dredging B.V. met Saren B.V.

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 november 2022 uitspraak gedaan in een incident tot voeging van twee hoger beroepen. De eerste zaak betreft Crédit Agricole Corporate & Investment Bank S.A. (CACIB) die in hoger beroep is gekomen van een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam. CACIB heeft op 7 juli 2022 hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 9 juni 2022, waarbij Boskalis Westminster Dredging B.V. en Boskalis LLC als eiseressen optraden. CACIB vorderde in het incident de voeging van deze zaak met een andere zaak waarin Saren B.V. als appellante optreedt. Boskalis c.s. hebben bezwaar gemaakt tegen deze voeging, maar het hof oordeelde dat de zaken voldoende verknocht zijn en dat voeging in het belang van rechtseenheid en proceseconomie is. De beslissing over de proceskosten is aangehouden.

In de tweede zaak heeft Saren B.V. eveneens op 7 juli 2022 hoger beroep ingesteld tegen hetzelfde vonnis. Saren vorderde ook voeging van haar zaak met die van CACIB. Ook hier maakten Boskalis c.s. bezwaar, maar het hof oordeelde wederom dat de zaken aan de eisen van artikel 222 Rv voldoen en dat voeging noodzakelijk is. De beslissing over de proceskosten is ook in deze zaak aangehouden. Het hof heeft beide zaken samengevoegd en verwezen naar de rol voor het nemen van een memorie van antwoord door Boskalis c.s. op 20 december 2022.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummers : 200.313.289/01 KG en
200.313.321/01 KG
zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/717154 / KG ZA 22-388
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 november 2022
inzake
zaaknummer: 200.313.289/01 KG
de rechtspersoon naar buitenlands recht
CRÉDIT AGRICOLE CORPORATE & INVESTMENT BANK S.A.,via haar bijkantoor
CRÉDIT AGRICOLE CORPORATE & INVESTMENT BANK, BELGIUM BRANCH,
gevestigd te Parijs, Frankrijk, mede kantoorhoudende te Brussel, België,
appellante in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat: mr. A.J. Haasjes te Amsterdam,
tegen

1.BOSKALIS WESTMINSTER DREDGING B.V.,

gevestigd te Papendrecht,
2. de rechtspersoon naar buitenlands recht
BOSKALIS LLC,
gevestigd te Sint Petersburg, Rusland,
geïntimeerden in de hoofdzaak,
verweersters in het incident,
advocaat: mr. T.S. Jansen te Amsterdam,
en
SAREN B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
als derde partij ex artikel 118 Rv,
voor wie zich geen advocaat heeft gesteld,
en
zaaknummer: 200.313.321/01 KG
SAREN B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
appellante in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat: mr. E.C. Netten te Amsterdam,
tegen

1.de rechtspersoon naar buitenlands rechtBOSKALIS LLC,

gevestigd te Sint Petersburg, Rusland,
2.
BOSKALIS WESTMINSTER DREDGING B.V.,
gevestigd te Papendrecht,
geïntimeerden in de hoofdzaak,
verweersters in het incident,
advocaat: mr. T.S. Jansen te Amsterdam.
Partijen worden hierna CACIB, Boskalis c.s. en Saren genoemd.

1.Het geding in hoger beroep

Zaaknummer 200.313.289/01 KG
CACIB is bij dagvaarding van 7 juli 2022 in (voorwaardelijk) hoger beroep gekomen van een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam van 9 juni 2022, onder bovengenoemd zaak-/rolnummer in kort geding gewezen tussen Boskalis c.s. als eiseressen en Saren en CACIB als gedaagden. Het hoger beroep is ingesteld onder de voorwaarde dat ook Saren hoger beroep instelt. De hoger beroep dagvaarding bevat de grieven en een aantal producties. Tevens vordert CACIB op de voet van artikel 222 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) daarbij voeging van deze zaak met de bij dit hof onder zaaknummer 200.313.321/01 KG aanhangige zaak met Saren als appellante en Boskalis c.s. als geïntimeerden, kosten rechtens.
Boskalis c.s. hebben daarop in het incident geantwoord en geconcludeerd dat het hof de vordering tot voeging zal afwijzen, met veroordeling van CACIB in de kosten van het incident.
Vervolgens is de uitspraak in het incident bepaald op heden.
Zaaknummer 200.313.321/01 KG
Saren is bij dagvaarding van 7 juli 2022 eveneens in hoger beroep gekomen van het hiervoor genoemde vonnis. De hoger beroep dagvaarding bevat de grieven en een aantal producties.
Bij incidentele conclusie, met producties, heeft Saren op de voet van artikel 222 Rv voeging gevorderd van deze zaak met de bij dit hof onder zaaknummer 200.313.289/01 KG aanhangige zaak tussen CACIB als appellante en Boskalis c.s. als geïntimeerden en met Saren als derde partij ex artikel 118 Rv, met veroordeling van Boskalis c.s. in de kosten van het incident, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
Boskalis c.s. hebben daarop in het incident geantwoord en geconcludeerd dat het hof de vordering tot voeging zal afwijzen, met veroordeling van Saren in de kosten van het incident.
Vervolgens is de uitspraak in het incident bepaald op heden.

2.Beoordeling

in het incident tot voeging in de zaak met zaaknummer 200.313.289/01 KG
2.1.
CACIB heeft voeging gevorderd op de grond dat, voor zover Saren eveneens hoger beroep instelt, van belang is dat dit beroep van CACIB met het - daarmee verknochte - beroep van Saren wordt gevoegd om tegenstrijdige uitspraken te voorkomen en een gelijktijdige behandeling en beoordeling daarvan te verzekeren.
2.2.
Boskalis c.s. hebben bezwaar gemaakt tegen voeging op de gronden, kort gezegd, dat beide zaken niet voldoende verknocht zijn, althans dat CACIB die verknochtheid onvoldoende heeft onderbouwd, en CACIB bovendien onvoldoende belang heeft bij haar vordering. Volgens Boskalis c.s. is niet aannemelijk dat er in de zaken tegenstrijdige arresten zullen worden gewezen en is de kans daarop onvoldoende klemmend om de zaken te voegen.
2.3.
Naar het oordeel van het hof voldoen de zaken aan de eisen van artikel 222 lid 1 Rv en dient de voeging de belangen van rechtseenheid en proceseconomie, reeds omdat beide zaken zien op hetzelfde vonnis. De zaken zullen derhalve worden gevoegd.
2.4.
De beslissing over de kosten zal worden aangehouden. De hoofdzaak zal naar de rol worden verwezen voor het nemen van een memorie van antwoord door Boskalis c.s.
in het incident tot voeging in de zaak met zaaknummer 200.313.321/01 KG
2.5.
Saren heeft voeging gevorderd op de grond dat van belang is dat dit beroep van Saren met het - daarmee verknochte - beroep van CACIB wordt gevoegd, waarbij zij heeft verwezen naar de vordering tot voeging van CACIB. Volgens Saren vallen de beide hoger beroepen vrijwel volledig met elkaar samen.
2.6.
Boskalis c.s. hebben bezwaar gemaakt tegen voeging op de gronden, kort gezegd, dat beide zaken niet voldoende verknocht zijn, althans dat Saren die verknochtheid onvoldoende heeft onderbouwd, en Saren bovendien onvoldoende belang heeft bij haar vordering. Volgens Boskalis c.s. is niet aannemelijk dat er in de zaken tegenstrijdige arresten zullen worden gewezen en is de kans daarop onvoldoende klemmend om de zaken te voegen.
2.7.
Naar het oordeel van het hof voldoen de zaken aan de eisen van artikel 222 lid 1 Rv en dient de voeging de belangen van rechtseenheid en proceseconomie, reeds omdat beide zaken zien op hetzelfde vonnis. De zaken zullen derhalve worden gevoegd.
2.8.
De beslissing over de kosten zal worden aangehouden. De hoofdzaak zal naar de rol worden verwezen voor het nemen van een memorie van antwoord door Boskalis c.s.

3.Beslissing

Het hof:
in de zaak met zaaknummer 200.313.289/01 KG
in het incident tot voeging:
voegt deze zaak met de zaak met zaaknummer 200.313.321/01 KG;
houdt de beslissing over de proceskosten aan tot het eindarrest in de hoofdzaak;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rol van 20 december 2022 voor het nemen van een memorie van antwoord door Boskalis c.s.;
houdt iedere verdere beslissing aan;
in de zaak met zaaknummer 200.313.321/01 KG
in het incident tot voeging:
voegt deze zaak met de zaak met zaaknummer 200.313.289/01 KG;
houdt de beslissing over de proceskosten aan tot het eindarrest in de hoofdzaak;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rol van 20 december 2022 voor het nemen van een memorie van antwoord door Boskalis c.s.;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.C.W. Rang, J.W. Hoekzema en A.R. Sturhoofd en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 22 november 2022.