Uitspraak
11 januari 2022 en 26 oktober 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
onder 2 is tenlastegelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in
artikel 404, vijfde lid, Sv staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.
1.primairhij op of omstreeks 13 juli 2020 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde01] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen als bestuurder van een personenauto voorzien van kenteken [kenteken01] meermalen, althans eenmaal dicht op en/of naast, in elk geval in de richting voornoemde [benadeelde01] heeft gereden, dan wel gestuurd ten gevolge waarvan [benadeelde01] heeft moeten uitwijken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
1.subsidiairhij op of omstreeks 13 juli 2020 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [benadeelde01] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend als bestuurder van een personenauto voorzien van kenteken [kenteken01] meermalen, althans eenmaal dicht op en/of naast, in elk geval in de richting voornoemde [benadeelde01] gereden, dan wel gestuurd, ten gevolge waarvan [benadeelde01] heeft moeten ontwijken.
1.primairhij op 13 juli 2020 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan[benadeelde01] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, als bestuurder van een personenauto meermalen dicht op en in de richting van voornoemde [benadeelde01] heeft gereden, ten gevolge waarvan [benadeelde01] heeft moeten uitwijken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
4 (vier) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.