In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1997, werd beschuldigd van het niet meewerken aan een bloedonderzoek na twee mislukte pogingen tot bloedafname door een arts. De verdachte weigerde mee te werken aan een derde poging in Alkmaar, wat leidde tot de tenlastelegging van het niet opvolgen van een bevel van een hulpofficier van justitie. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van artikel 163, lid 6, van de Wegenverkeerswet 1994. Het hof overwoog dat de verdachte aanvankelijk wel medewerking had verleend, maar dat zijn weigering om naar Alkmaar te gaan voor een bloedafname niet als medewerking kon worden aangemerkt. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van € 650,00 en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van zeven maanden, met een proeftijd van twee jaren. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, evenals met de persoon van de verdachte.