ECLI:NL:GHAMS:2022:3067

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 november 2022
Publicatiedatum
30 oktober 2022
Zaaknummer
200.309.571/01 en 200.309.577/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot voeging van zaken in hoger beroep tussen Vereniging van Eigenaren en geïntimeerden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 november 2022 uitspraak gedaan in een incident tot voeging van twee zaken, genummerd 200.309.571/01 en 200.309.577/01. Beide zaken zijn ingediend door de Vereniging van Eigenaren (VvE) [X] en VvE [Y], die in hoger beroep zijn gekomen van eerdere beschikkingen van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland. De VvE's hebben incidentele verzoeken ingediend tot voeging van de zaken op basis van artikel 222 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, omdat de zaken verknocht zijn en gelijktijdig in eerste aanleg zijn behandeld. De geïntimeerden hebben zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.

Het hof heeft geoordeeld dat aan de eisen van artikel 222 lid 1 Rv is voldaan en heeft de zaken gevoegd. De beslissing over de proceskosten is aangehouden tot de eindbeschikking in de hoofdzaak. De geïntimeerden zijn in de gelegenheid gesteld om te reageren op de beroepschriften van de VvE's binnen zes weken na de uitspraak, met een uiterste datum van 13 december 2022. Het hof heeft verder iedere andere beslissing aangehouden, wat betekent dat de procedure voortgezet zal worden na de reacties van de geïntimeerden.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummers : 200.309.571/01 en 200.309.577/01
zaaknummers rechtbank Noord-Holland : 8886049 \ EJ VERZ 20-412 en
8895669 \ EJ VERZ 20-426
beschikking van de meervoudige burgerlijke kamer van 1 november 2022
inzake
zaaknummer: 200.309.571/01
VERENIGING VAN EIGENAREN [X] TE [plaats] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante in de hoofdzaak,
verzoekster in het incident,
advocaat: mr. K.M. Janssen te Alkmaar,
tegen

1.[geïntimeerde 1] ,

2.
[geïntimeerde 2],
beiden wonend te [woonplaats] ,
geïntimeerden in de hoofdzaak,
verweerders in het incident,
advocaat: mr. A.M. Zoete-Van der Zwart te Amsterdam,
en
zaaknummer: 200.309.577/01
VERENIGING VAN EIGENAREN [Y] TE [plaats] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante in de hoofdzaak,
verzoekster in het incident,
advocaat: mr. K.M. Janssen te Alkmaar,
tegen

1.[geïntimeerde 1] ,

2.
[geïntimeerde 2] ,
beiden wonend te [woonplaats] ,
geïntimeerden in de hoofdzaak,
verweerders in het incident,
advocaat: mr. A.M. Zoete-Van der Zwart te Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Zaaknummer 200.309.571/01
Partijen worden hierna VvE [X] en [geïntimeerden] genoemd.
VvE [X] is bij beroepschrift met producties, dat op 19 april 2022 per e-mail en 21 april 2022 per gewone post is ontvangen ter griffie van het hof, in hoger beroep gekomen van de beschikkingen die de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland op 3 mei 2021, 6 augustus 2021 en 17 maart 2022 heeft gegeven tussen [geïntimeerden] als verzoekers en VvE [X] als verweerster. Tevens heeft VvE [X] daarbij een incidenteel verzoek gedaan tot voeging op de voet van artikel 222 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de zaak met de zaak die onder zaaknummer 200.309.577/01 bij het hof is ingekomen.
[geïntimeerden] hebben daarop geantwoord en geconcludeerd tot referte.
Vervolgens is de uitspraak in het incident bepaald op heden.
Zaaknummer 200.309.577/01
Partijen worden hierna VvE [Y] en [geïntimeerden] genoemd.
VvE [Y] is bij beroepschrift met producties, dat op 19 april 2022 per e-mail en 21 april 2022 per gewone post is ontvangen ter griffie van het hof, in hoger beroep gekomen van de beschikkingen die de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland op 3 mei 2021, 6 augustus 2021 en 17 maart 2022 heeft gegeven tussen [geïntimeerden] als verzoekers en VvE [Y] als verweerster. Tevens heeft VvE [Y] daarbij een incidenteel verzoek gedaan tot voeging op de voet van artikel 222 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de zaak met de zaak die onder zaaknummer 200.309.571/01 bij het hof is ingekomen.
[geïntimeerden] hebben daarop geantwoord en geconcludeerd tot referte.
Vervolgens is de uitspraak in het incident bepaald op heden.

2.Beoordeling

in het incident tot voeging in de zaak met zaaknummer 200.309.571/01
2.1.
VvE [X] heeft om voeging verzocht op de grond dat de beide zaken verknocht zijn en in eerste aanleg gelijktijdig zijn behandeld. [geïntimeerden] hebben zich, als gezegd, ten aanzien van het incidentele verzoek tot voeging gerefereerd aan het oordeel van het hof.
2.2.
Uit hetgeen VvE [X] heeft aangevoerd volgt dat aan de eisen van artikel 222 lid 1 Rv is voldaan. De zaken zullen derhalve worden gevoegd.
2.3.
De beslissing over de kosten zal worden aangehouden totdat in de hoofdzaak eindbeschikking zal worden gegeven. In de hoofdzaak zullen [geïntimeerden] in de gelegenheid worden gesteld te reageren op het beroepschrift van VvE [X] binnen zes weken na heden.
in het incident tot voeging in de zaak met zaaknummer 200.309.577/01
2.4.
VvE [Y] heeft om voeging verzocht op de grond dat de beide zaken verknocht zijn en in eerste aanleg gelijktijdig zijn behandeld. [geïntimeerden] hebben zich, als gezegd, ten aanzien van het incidentele verzoek tot voeging gerefereerd aan het oordeel van het hof.
2.5.
Uit hetgeen VvE [Y] heeft aangevoerd volgt dat aan de eisen van artikel 222 lid 1 Rv is voldaan. De zaken zullen derhalve worden gevoegd.
2.6.
De beslissing over de kosten zal worden aangehouden totdat in de hoofdzaak eindbeschikking zal worden gegeven. In de hoofdzaak zullen [geïntimeerden] in de gelegenheid worden gesteld te reageren op het beroepschrift van VvE [Y] binnen zes weken na heden.

3.Beslissing

Het hof:
in de zaak met zaaknummer 200.309.571/01
in het incident tot voeging:
voegt de onderhavige zaak met de zaak met zaaknummer 200.309.577/01;
houdt de beslissing over de proceskosten aan totdat in de hoofdzaak eindbeschikking zal worden gegeven;
in de hoofdzaak:
stelt [geïntimeerden] in de gelegenheid te reageren op het beroepschrift van VvE [X] binnen zes weken na heden, te weten uiterlijk op 13 december 2022;
houdt iedere verdere beslissing aan;
in de zaak met zaaknummer 200.309.577/01
in het incident tot voeging:
voegt de onderhavige zaak met de zaak met zaaknummer 200.309.571/01;
houdt de beslissing over de proceskosten aan totdat in de hoofdzaak eindbeschikking zal worden gegeven;
in de hoofdzaak:
stelt [geïntimeerden] in de gelegenheid te reageren op het beroepschrift van VvE [Y] binnen zes weken na heden, te weten uiterlijk op 13 december 2022;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.W. Hoekzema, J.C.W. Rang en A.R. Sturhoofd en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 1 november 2022.