Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
[bedrijf01] B.V. op of omstreeks 14 oktober 2009 te Rotterdam, althans in Nederland, opzettelijk, zich heeft gedragen in strijd met voorschrift 20.9 dat verbonden is aan een krachtens de Wet milieubeheer aan haar voor de inrichting gelegen aan de [adres02] verleende vergunning, te weten de beschikking/het besluit, met kenmerk 265600, op 21 december 2004 verleend door/namens Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, aangezien in strijd met dat voorschrift, het laden van een railwagon niet lekvrij geschiedde, immers vond bij het laden van een railwagon op spoor 7B een lekkage van methanol plaats; tot welk feit verdachte, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, opdracht heeft gegeven, en/of aan welke verboden gedraging verdachte, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, feitelijke leiding heeft gegeven;
[bedrijf01] B.V. op of omstreeks 14 oktober 2009 te Rotterdam, althans in Nederland, opzettelijk, zich heeft gedragen in strijd met voorschrift 20.11 dat verbonden is aan een krachtens de Wet milieubeheer aan haar voor de inrichting gelegen aan de [adres02] verleende vergunning, te weten de beschikking/het besluit, met kenmerk 265600, op 21 december 2004 verleend door/namens Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, aangezien in strijd met dat voorschrift, het laden van een ketel- en/of tankwagen (wagon) met methanol niet geschiedde volgens een/de interne, vooraf opgestelde, schriftelijke procedure, immers, geschiedde het (be)laden van een ketel- en/of tankwagen (wagon) met methanol op spoor 7B niet met een laadarm die was voorzien van een overvulbeveiliging en/of werden de vrijkomende dampen tijdens het (be)laden van een ketel- en/of tankwagen (wagon) met methanol op spoor 7B niet afgevoerd naar het dampcondensatie-systeem
[bedrijf01] B.V. op of omstreeks 14 oktober 2009 te Rotterdam, althans in Nederland, opzettelijk, zich heeft gedragen in strijd met voorschrift 20.16 dat verbonden is aan een krachtens de Wet milieubeheer aan haar voor de inrichting gelegen aan de [adres02] verleende vergunning, te weten de beschikking/het besluit, met kenmerk 265600, op 21 december 2004 verleend door/namens Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, aangezien in strijd met dat voorschrift, de beëindiging van de belading van een wagon met methanol op spoor 7B niet automatisch geschiedde door het bereiken van een ingesteld gewicht op de weegbrug; tot welk feit verdachte, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, opdracht heeft gegeven, en/of aan welke verboden gedraging verdachte, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, feitelijke leiding heeft gegeven;
[bedrijf01] B.V. op of omstreeks 14 oktober 2009 te Rotterdam, als degene die beroepshalve (een) stof(fen) en/of prepara(a)t(en) vervaardigt en/of in Nederland invoert en/of toepast en/of bewerkt en/of verwerkt en/of aan een ander ter beschikking stelt, en wist en/of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat door haar handelingen met die stof(fen) en/of (dat) prepara(a)t(en) gevaren konden optreden voor de gezondheid van de mens en/of voor het milieu, opzettelijk, niet alle maatregelen heeft genomen die redelijkerwijs van haar konden worden gevergd, ten einde die gevaren zoveel mogelijk te voorkomen en/of te beperken, aangezien, het (be)laden van een wagon met methanol geschiedde zonder overvulbeveiliging en/of de bij de belading van een wagon met methanol vrijkomende dampen niet werden afgevoerd naar een dampcondensatie- en/of dampverwerkingssysteem; tot welk feit verdachte, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, opdracht heeft gegeven, en/of aan welke verboden gedraging verdachte, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, feitelijke leiding heeft gegeven;
[bedrijf01] B.V. in of omstreeks de periode van 14 oktober 2009 tot en met 29 oktober 2009 te Rotterdam, opzettelijk, als drijver van een inrichting voor de opslag in tanks van voornamelijk organische chemicaliën, minerale olieproducten en (gevaarlijke) afvalstoffen, gelegen aan de [adres02] te Rotterdam, zijnde een inrichting als bedoeld in categorie 1.3, 2.6, 4.1, 5.1, 5.3, 6.1, 27.1 en/of 28.4 van Bijlage I van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, waarin zich op of omstreeks 14 oktober 2009 een ongewoon voorval voordeed en/of had voorgedaan, waardoor nadelige gevolgen voor het milieu ontstonden of dreigden te ontstaan, namelijk een lekkage van methanol, zijnde een gevaarlijke en/of vergiftige en/of licht ontvlambare stof, bij het beladen van een wagon, dat voorval niet, in ieder geval niet zo spoedig mogelijk, aan Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland heeft gemeld; tot welk feit verdachte, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, opdracht heeft gegeven, en/of aan welke verboden gedraging verdachte, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, feitelijke leiding heeft gegeven.
Vonnis waarvan beroep
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging
Bewijs feiten 1, 2 en 3 impliciet primair en 4
Bewezenverklaring
[bedrijf01] B.V. op 14 oktober 2009 te Rotterdam opzettelijk zich heeft gedragen in strijd met voorschrift 20.9 dat verbonden is aan een krachtens de Wet milieubeheer aan haar voor de inrichting gelegen aan de [adres02] verleende vergunning, te weten de beschikking/het besluit, met kenmerk 265600, op 21 december 2004 verleend door/namens Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, aangezien in strijd met dat voorschrift, het laden van een railwagon niet lekvrij geschiedde, immers vond bij het laden van een railwagon op spoor 7B een lekkage van methanol plaats; aan welke verboden gedraging verdachte, tezamen en in vereniging met één ander, feitelijke leiding heeft gegeven;
3.
[bedrijf01] B.V. op 14 oktober 2009 te Rotterdam opzettelijk zich heeft gedragen in strijd met voorschrift 20.16 dat verbonden is aan een krachtens de Wet milieubeheer aan haar voor de inrichting gelegen aan de [adres02] verleende vergunning, te weten de beschikking/het besluit, met kenmerk 265600, op 21 december 2004 verleend door/namens Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, aangezien in strijd met dat voorschrift, de beëindiging van de belading van een wagon met methanol op spoor 7B niet automatisch geschiedde door het bereiken van een ingesteld gewicht op de weegbrug; aan welke verboden gedraging verdachte, tezamen en in vereniging met één ander, feitelijke leiding heeft gegeven;
[bedrijf01] B.V. op 14 oktober 2009 te Rotterdam, als degene die beroepshalve een stof aan een ander ter beschikking stelt, en wist dat door haar handelingen met die stof gevaren konden optreden voor de gezondheid van de mens en/of voor het milieu, opzettelijk, niet alle maatregelen heeft genomen die redelijkerwijs van haar konden worden gevergd, teneinde die gevaren zoveel mogelijk te voorkomen en/of te beperken, aangezien, het (be)laden van een wagon met methanol geschiedde zonder overvulbeveiliging en/of de bij de belading van een wagon met methanol vrijkomende dampen niet werden afgevoerd naar een dampcondensatie- en/of dampverwerkingssysteem; aan welke verboden gedraging verdachte, tezamen en in vereniging met één ander, feitelijke leiding heeft gegeven.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Geen straf of maatregel
first offenderis en sprake is van een forse overschrijding van de redelijke termijn.
BESLISSING
nietstrafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.