ECLI:NL:GHAMS:2022:3008
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over ontruiming en verzettermijn in civiele procedure
In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen [appellant], die sinds juli 2012 een woning huurt van Woonopmaat, en de verhuurder, Woonopmaat. De verhuurder heeft de huurovereenkomst ontbonden en de woning ontruimd op 19 maart 2020, na een verstekvonnis van de kantonrechter. [appellant] heeft op 28 januari 2021 hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter, waarin hij niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn verzet. Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze door de kantonrechter zijn vastgesteld en heeft geoordeeld dat de verzettermijn op de dag van ontruiming is gaan lopen, namelijk op 19 maart 2020. [appellant] heeft te laat verzet ingesteld, omdat de verzetdagvaarding pas op 24 april 2020 is betekend. Het hof heeft geoordeeld dat er geen sprake is van een aantasting van het recht op toegang tot de rechter, omdat [appellant] op de hoogte was van de ontruiming en tijdig actie had kunnen ondernemen. De grieven van [appellant] zijn verworpen, en het hof heeft het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. [appellant] is veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.