ECLI:NL:GHAMS:2022:2980

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 mei 2022
Publicatiedatum
20 oktober 2022
Zaaknummer
23-002748-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens het ontbreken van grieven

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 3 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 2 december 2020 was gewezen. De verdachte, geboren in 1971, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis, maar er waren geen grieven ingediend. Tijdens de zitting op 3 mei 2022 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die stelde dat de verdachte niet-ontvankelijk verklaard moest worden in het hoger beroep, omdat er geen grieven waren ingediend en er ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis waren opgegeven. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang was dat een verder onderzoek van de zaak rechtvaardigde. Op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden, en is op dezelfde dag openbaar uitgesproken.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002748-20
datum uitspraak: 3 mei 2022
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 2 december 2020 in de strafzaak onder parketnummer 15-720019-18 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 1971,
adres: [adres01]
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
3 mei 2022.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, inhoudende dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep nu er geen grieven zijn ingediend.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak. Om die reden wordt de verdachte
niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. Koolen - Zwijnenburg, mr. A.P.M. van Rijn en mr. A.D.R.M. Boumans, in tegenwoordigheid van mr. B.K.M. Pouw, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 3 mei 2022.