3.1Het gaat in deze zaak, samengevat en voor zover in hoger beroep van belang, om het volgende.
3.1.1[A] (hierna: [A] ) is directeur enig aandeelhouder van Torino-Amsterdam B.V. welke vennootschap op haar beurt directeur enig aandeelhouder is van MFR.
3.1.2[A] is de bedenker van de BioStabil 2000 (hierna de BioStabil) en heeft dit met MFR geproduceerd en op de markt gebracht.
3.1.3De BioStabil is een zilveren of gouden ketting met hanger. Volgens [A] en
MFR heeft de BioStabil genezende werking door magnetisme. De Biostabil werd onder andere te koop aangeboden in reclamespotjes, uitgezonden in het televisieprogramma Tell Sell.
3.1.4Op 8 maart 2004 heeft het televisieprogramma Radar van omroep AVROTROS
aandacht besteed aan de BioStabil (hierna: Uitzending 1). Het programma werd gepresenteerd door [geïntimeerde sub 2] . [geïntimeerde sub 3] was bij het programma betrokken als verslaggever. In Uitzending 1 is de mening van verschillende deskundigen over de verschillende aspecten van de BioStabil weergegeven, onder andere van [geïntimeerde sub 4] c.s.
3.1.5Over Uitzending 1 is in 2005 tussen [A] en AVROTROS (destijds TROS)
geprocedeerd bij de rechtbank Amsterdam. [A] vorderde in deze bodemprocedure een schadevergoeding van AVROTROS omdat hij vond dat Uitzending 1 onrechtmatig was. De rechtbank heeft bij vonnis van 9 februari 2005 (hierna: Vonnis 1) beslist dat Uitzending 1 niet onrechtmatig is. De vorderingen van [A] zijn afgewezen. [A] heeft tegen Vonnis 1 geen hoger beroep ingesteld.
3.1.6De Reclame Code Commissie heeft in haar beslissing van 12 maart 2007 beslist dat de reclamespotjes over de BioStabil die werden uitgezonden op Tell Sell misleidend zijn. Dit is bevestigd door het College van Beroep in zijn beslissing van 22 mei 2007.
3.1.7Fragmenten van Uitzending 1 zijn herhaald op 4 januari 2010 als onderdeel van
een speciale jubileumuitzending van het programma Radar (Uitzending 2).
3.1.8Op 22 januari 2010 is op de website van Radar een kort artikel geplaatst met als titel ‘BioStabil is terug als placebo’, over het interview dat [A] had gegeven in het Dagblad van het Noorden, waarbij hij liet weten een comeback te willen maken. Twee jaar later, in 2012, heeft [A] een kort geding aanhangig gemaakt bij de rechtbank Amsterdam waarin hij een rectificatie van dit artikel heeft gevorderd.
3.1.9In het vonnis van 20 september 2012 heeft de voorzieningenrechter overwogen dat de publicatie op de website van Radar van 22 januari 2010 niet onrechtmatig is (hierna: Vonnis 2). Volgens de voorzieningenrechter verwees deze alleen naar het interview dat [A] zelf had gegeven aan het Dagblad van het Noorden en voor het overige verwees de publicatie alleen naar Uitzending 1, waarover al was geoordeeld in Vonnis 1. [A] heeft tegen Vonnis 2 geen hoger beroep ingesteld.
3.1.10In de uitzending van Radar van 26 september 2016, die ging over elektromagnetische straling en producten die dit onschadelijk zouden kunnen maken, is kort aandacht besteed aan de BioStabil (hierna: Uitzending 3). Er zijn tijdens deze uitzending geen fragmenten getoond van Uitzending 1. [geïntimeerde sub 2] heeft tijdens Uitzending 3 gezegd, voor zover relevant:
“Dan ga ik u even een verhaal vertellen. Wij hebben hier in dit programma ooit eens de BioStabil aangepakt, van [A] . En die kwam bij de rechter binnen en zei “ik heb bewijs dat het werkt. Ik heb koffers vol met bedankbrieven”.
Nadat wij aandacht hebben besteed aan dat product zijn de verkopen gekelderd en mensen hebben het er ook niet zo vreselijk veel meer over gehad. Mensen ervaren soms iets, he... op basis van een placebo-gevoel.”
3.1.11Op 13 maart 2017 heeft [B] als jurist namens [A] en MFR een brief gestuurd aan AVROTROS waarin hij hen onder meer sommeert de schade die [A] en MFR hebben geleden te vergoeden.
3.1.12In 2017 is [A] nogmaals een bodemprocedure gestart bij de rechtbank Amsterdam en heeft hij de herroeping van Vonnis 1 gevorderd wegens bedrog. Volgens [A] zou Radar vóór de uitzending van Uitzending 1 hebben geweten dat een onjuiste magnetische kracht zou zijn vermeld. De rechtbank heeft in haar vonnis van 28 maart 2018 de vordering afgewezen (hierna: Vonnis 3) omdat dit pas ná Uitzending 1 (en Vonnis 1) bij AVROTROS bekend was. Daarnaast heeft de rechtbank in voornoemd vonnis overwogen dat ook als zij wel aan een inhoudelijke beoordeling van het geschil was toegekomen, dit niet tot een andere uitkomst had geleid; de waarde van de magnetische kracht van de BioStabil heeft de rechtbank destijds niet van wezenlijk belang geacht bij het vormen van haar oordeel dat de uitzending van Tros Radar van 8 maart 2004 niet onrechtmatig jegens [A] was.
3.1.13Per brief van 17 oktober 2016 heeft [A] een verzoek ingediend bij de TU Delft om openbaarmaking van alle documenten die betrekking hebben op de kwestie BioStabil op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: het Wob-verzoek).
3.1.14Bij besluit van 4 januari 2017 heeft de TU Delft het verzoek van [A] deels afgewezen en een aantal documenten toegezonden. Tot deze documenten behoorden: correspondentie tussen mr. [F] (voormalig advocaat van [A] , hierna: [F] ) en [C] van de faculteit van de TU Delft van april 2012 en een ongedateerd onderzoeksrapport voorzien van een brief aan Tros Radar van 23 juni 2005. In de brief van 10 april 2012 van [C] aan [F] staat, voor zover relevant:
“(...) De berekeningen aan een ronde axiaal gepolariseerde schijfmagneet - de kwestie BioStabil 2000 zijn verricht door Dr Ir. [D] van de TU Delft en zijn gepresenteerd in een vertrouwelijk onderzoeksrapport aan TROS-Radar. Mr. [E] van Tros geeft mij geen toestemming om dit volledige rapport aan u te doen toekomen. In overleg met Mr. [E] heb ik toestemming gekregen om die passages uit dit vertrouwelijke rapport als bijlagen bij dit schrijven te voegen (...).“
3.1.15[A] heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de TU Delft en heeft ook gevorderd om [geïntimeerde sub 2] en [E] , jurist van AVROTROS (hierna: [E] ), te horen als getuigen. Dit verzoek is door zowel de rechtbank als de Raad van State afgewezen en ongegrond verklaard.
3.1.16Eind 2019 heeft MFR samen met [A] (hierna: [A] c.s.) een verzoek ingediend tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor bij de rechtbank Den Haag en verzocht de getuigen [geïntimeerde sub 2] , [geïntimeerde sub 3] en [E] te horen. Verweerder in deze zaak is de TU Delft en AVROTROS heeft zich als belanghebbende in deze zaak gevoegd.
3.1.17Bij beschikking van 17 december 2020 (productie 20, AVROTROS c.s.) heeft de rechtbank Den Haag het verzoek van [A] c.s. afgewezen, welke beschikking het hof Den Haag op 1 maart 2022 (productie 21, AVROTROS c.s.) heeft bekrachtigd.