In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1995, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 17 november 2021, waarin hij was veroordeeld voor meerdere strafzaken. De advocaat-generaal vorderde een taakstraf van 60 uren en een aanpassing van de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met uitzondering van de beslissing over de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf. Het hof oordeelde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig had gemaakt aan een strafbaar feit, maar dat er positieve ontwikkelingen waren in zijn persoonlijke omstandigheden. De verdachte toonde zich gemotiveerd om zijn leven te beteren en onderging behandeling voor zijn alcoholprobleem. Daarom besloot het hof om de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf te vervangen door een taakstraf van 200 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis. Het hof benadrukte dat deze beslissing de verdachte een laatste kans biedt om een delictloos bestaan op te bouwen. Het arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam.