ECLI:NL:GHAMS:2022:2827
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen in het kader van de Jeugdwet
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft in juni 2022 hoger beroep aangetekend tegen een eerdere beschikking van de kinderrechter van 29 maart 2022, waarin de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van de kinderen was verlengd. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Regio Amsterdam (GI) heeft verweer gevoerd en de raad voor de kinderbescherming heeft geadviseerd de bestreden beschikking te bekrachtigen.
De feiten van de zaak tonen aan dat de kinderen, geboren uit de relatie van de moeder met [de vader 1] en [de vader 2], onder toezicht zijn gesteld en eerder uithuis geplaatst zijn vanwege zorgen over de opvoedingssituatie. De moeder heeft aangegeven dat zij haar relatie met [Y] heeft beëindigd en dat zij bereid is om mee te werken aan hulpverlening. Echter, de GI en de raad hebben twijfels over de stabiliteit van de thuissituatie van de moeder en de mogelijkheid om de kinderen de benodigde zorg te bieden.
Het hof heeft vastgesteld dat de zorgen over de onveilige situatie en de problematische relatie van de moeder met [Y] nog steeds aanwezig zijn. De kinderen hebben trauma's opgelopen en hebben behoefte aan een veilige en stabiele omgeving. Het hof heeft geoordeeld dat de kinderrechter terecht de machtiging tot uithuisplaatsing heeft verlengd, omdat de huidige situatie in het gezinshuis en bij de grootmoeder de beste zorg biedt voor de kinderen. De beschikking van de kinderrechter is dan ook bekrachtigd, en het hof heeft het verzoek van de moeder om de kinderen gefaseerd terug te plaatsen afgewezen.